6
Inbedrijfstelling
Bij de eerste inbedrijfstelling controleren of de in het hoofdstuk Montage beschreven stappen correct zijn uitgevoerd.
Functionele controle van de pomp en sensoren
Op de besturingskast op de knop "Klep" drukken.
Controleren of de terugstuwklep sluit. (Er klinkt motorgeluid, de hendel draait automatisch.)
De aangesloten waterleiding opendraaien.
Controleren of de pomp gaat draaien en aan de gebouwkant het opstuwende water wegpompt.
Waterleiding dichtdraaien
De installatie pompt het restwater automatisch weg.
Controleren of de terugstuwklep weer juist wordt geopend. (Er klinkt motorgeluid, de hendel draait automatisch.)
010-843
Inbouw- en bedieningshandleiding
73 / 96