All manuals and user guides at all-guides.com
c) Ontvangstaanduiding
Zodra de gekozen sensor correct ontvangen wordt en zolang deze ontvangen wordt, zal het
kleine antennesymbool voortdurend zichtbaar zijn.
Als de ontvangst wegvalt en als dit langer dan 40 minuten duurt, zal het antennesymbool
knipperen. De waarden die het laatst ontvangen werden zullen verder weergegeven worden.
Als de ontvangst meer dan 12 uur wegvalt, zal het antennesymbool niet meer weergegeven
worden en in het bijbehorende veld zal "– – .–" verschijnen.
d) Vorstalarm
Zodra bij een van de weergegeven temperatuursensoren de temperatuur lager is dan +4°C
(+39,2°F), zal het vorstsymbool " " in het betreffende veld verschijnen.
119