c) Bevestiging sensormast
Het vinden van een goede plaats voor de buitensensoren is vaak een compromis,
omdat de temperatuur-/luchtvochtigheidsensor liefst in de schaduw moet staan om de
temperatuur correct te kunnen meten. Aan de andere zijde moet ook worden gedacht
aan de werking van de wind- en regenmeter. De wind moet vanaf alle zijden ongehin-
derd bij de sensor kunnen komen, opdat de sensor de windsnelheid correct zou kun-
nen meten. De regensensor mag niet door bomen, struiken, delen van gebouwen enz.
worden afgedekt, omdat anders niet de correcte hoeveelheid regen wordt gemeten.
Een te korte afstand tot gebouwen, bomen enz. kan de meetwaarden
van de wind- en regensensor vervalsen.
De zendafstand van de temperatuur-/luchtvochtigheidsensor bedraagt max. 150m in
de open ruimte. Dit is de reikwijdte onder ideale omstandigheden. De reikwijdte kan
sterk afnemen, naargelang de omgevingsomstandigheden. Indien er zich op het tra-
ject tussen de temperatuur-/luchtvochtigheidsensor en het basisstation muren of
vloeren met betonijzer, metalen vlakken, natte wanden, enz. bevinden, dan beïn-
vloedt dit de reikwijdte nadelig. Test u dus voor de definitieve installatie nogmaals of
de radioverbinding tussen de buitensensor en het basisstation werkt. Wacht hiertoe
enkele minuten, omdat de radioverbinding niet niet continu doorgaat, maar op
bepaalde tijdsintervallen actief is.
Houd in dat verband rekening met het hoofdstuk "Reikwijdte en storin-
gen in de ontvangst".
Bevestig de sensormast met de buitensensoren op een geschikte plaats. Hiertoe kan
bijvoorbeeld een andere mast worden gebruikt als basismast. De sensormast kan
hier met geschikte houders (niet meegeleverd) op worden gemonteerd. Richt de sen-
sormast zo uit, dat ze loodrecht staat. De regensensor moet zo horizontaal mogelijk
liggen, omdat deze omwille van de uitvoering van het meetsysteem anders niet cor-
rect zal werken. De overbodige regen- en windsensorkabel kan met kabelbinders
aan de mast worden bevestigd.
Denk om de voorschriften bijv. in verband met de max. toegelaten
hoogte, bliksembescherming enz. Zorg voor een vaste, veilige beve-
stiging aan de mast. Monteer de sensormast niet in de buurt van
stroomleidingen.
Denk bij de keuze van de opstelplaats en bij de montage aan de vei-
ligheid van personen, dieren, voertuigen, enz.
Denk er verder ook om, dat de temperatuur-/luchtvochtigheidsensor
bereikbaar moet zijn om later de batterijen te vervangen. Verder moet
ook de regensensor bereikbaar zijn om te worden schoongemaakt.
All manuals and user guides at all-guides.com
137