Pentax DM Mode D'emploi page 26

Vaste installatie -Fig.2-:
Monteer zo mogelijk op de persleiding, op een horizontaal deel dat gemakkelijk toegankelijk is, een terug-
slagklep. Installeer stroomafwaarts van de klep, in het vooruitzicht van een eventuele verwijdering van de
pomp zonder de installatie te moeten leegmaken, een schuifafsluiter en een verbindingsstuk. Hierdoor is
ook het onderhoud en de schoonmaak van de klep mogelijk. Om de trillingen niet te versterken, typisch bij
roterende machines, moet de steunbasis van de pomp stevig aan de bodem van de kuip bevestigd worden;
voorzie bovendien ook bevestigingen en steunen voor de persleiding. Als de pomp wordt gebruikt op plaatsen
waar zand of slib aanwezig is, moet ze op een stevige basis geplaatst worden en moet ze in elk geval op een
bepaalde afstand van de bodem gehouden worden.
Vaste installatie met koppelvoet -Fig.3-:
Voor de elektrische pompen met deze optie, moet u als volgt te werk gaan:
• bevestig de koppelvoet aan de bodem van de kuip middels ankerbouten;
• installeer de persleiding met de relatieve terugslagklep en schuifafsluiter: voor het onderhoud en de
schoonmaak van de klep is het beter de schuifafsluiter en de terugslagklep op gemakkelijk toegankelijke
horizontale buisdelen te monteren, met de schuifafsluiter stroomafwaarts van de terugslagklep;
• koppel de twee geleidingsbuizen op de koppelvoet. Bevestig de bovenste buisdelen middels de hier-
voor bestemde buisgeleidende beugel en de relatieve rubberen ringen e geschroefde ringen (om te
verzekeren dat de twee geleidende buizen evenwijdig lopen);
• bevestig de pomp aan de koppelslee en laat hem via een ketting of kabel (in duurzaam materiaal),
bevestigd aan de bevestigingsring op de motorkap, zakken: middels de twee geleiderbuizen, zal de
pomp perfect op de voet aansluiten.
Dit is de meest handige oplossing in het geval van vaste installaties daar het u in staat stelt om eenvoudig
en snel de elektrische pomp uit de kuip te verwijderen en ze er weer in te plaatsen. Hierdoor kunnen het
onderhoud en de schoonmaak uitgevoerd worden zonder de kuip te moeten leegmaken of bouten te moeten
demonteren.
Verplaatsbare installatie -Fig.4-:
Bevestig steeds aan de bevestigingshaak of de handgreep van de pomp een veiligheidskabel of -ketting in du-
urzaam materiaal. Indien een persleiding in pvc of in buigzaam materiaal wordt gebruikt, moet steeds de vei-
ligheidskabel gebruikt worden om de pomp te heffen, verplaatsen of te ankeren. Gebruik nooit de elektrische
voedingskabel en/of de eventuele vlotter om de pomp te steunen. Vergeet nooit de gebruikte veiligheidskabel
van boven, aan de boord van de put of kuil, vast te maken voor de pomp te laten zakken. Bevestig met de
hiervoor bestemde banden de elektrische voedingskabel aan de veiligheidskabel of aan de persleiding: Laat
de kabel los in geval van een buigzame buis om spanningen te vermijden, veroorzaakt door het uitzetten van
de belaste buis. Het is steeds verkieslijk, ook in geval van een verplaatsbare installatie, dat de pomp tijdens
de werking niet hangt maar aan een stevige basis wordt bevestigd.
Elektrische aansluiting – Pag. 67 -
De elektrische aansluiting moet steeds uitgevoerd worden door bevoegd personeel en met inachtneming
van de plaatselijke wettelijke normen. Verzeker u ervan dat de spanning en de frequentie van de elektrische
voedingslijn overeenstemmen met die aangeduid op de typeplaat van de elektrische pomp. Zorg er tevens
voor dat de elektrische voedingslijn over een efficiënte aardingsinstallatie beschikt en verbind de elektrische
pomp met de aarde. Trek nooit aan elektrische voedingskabel en/of aan de kabel van de eventuele vlotter
en plooi ze niet in strakke bochten. Verzeker u ervan tijdens de installatie dat het vrije kabeleinde van de
voedingskabel nooit in het water wordt gedompeld en dat hij degelijk beschermd is tegen mogelijke infiltratie
van water en vochtigheid. Bijzondere aandacht moet besteed worden aan de intactheid van de kabels: ook
een geringe beschadiging kan leiden tot infiltratie van water in de elektrische motor. In geval van beschadigde
kabels, repareer ze niet maar vervang ze. Laat dit in elk geval steeds over aan bevoegd personeel. Indien
verlengsnoeren worden gebruikt, moet ervoor gezorgd worden dat de koppeling steeds droog blijft. Gebruik
een verlengdraad met gepaste doorsnede. De eenfasige elektrische pompen (DP / DX / DG / DH) hebben een
motor die beschermd wordt door een thermische schakelaar, ingevoegd in de wikkeling, voor automatische
ontkoppeling en sluiting: sluit de elektrische voeding af voor elke onderhoud- en/of reparatiewerkzaamheid
uit te voeren op de elektrische pomp, daar bij een motorstilstand, te wijten aan een tussenkomst van de ther-
mische schakelaar of een verkeerde positionering (blokkering) van de vlotter, hij plotseling terug zou kunnen
starten. Bij een oververhitting van de motor kan de thermische inrichting ingrijpen en de machine uitschake-
len: de koeltijd is ongeveer 15 minuten en na afloop zal de elektrische pomp opnieuw automatisch starten.
In elk geval moet de oorzaak van de ingreep van de thermische beveiliging steeds opgezocht en geëlimineerd
worden (waaier geblokkeerd door vreemde bestanddelen in de pomp, temperatuur van de vloeistof te hoog).
De eenfasige elektrische pompen (DV / DM / DC / DTR) moeten om te kunnen werken over een condensator
met de volgende kenmerken beschikken:
• C= 35 μF / 450 V voor DV150/DM160/DTR150/DC160 • C= 50 μF / 450 V voor DV200/DM210/DTR200/DC210.
Voor de eenfasige elektrische pompen, model DTR150 en DTR200, met maalsysteem in de zuiging, adviseren
we bovendien het gebruik van een bijkomende startcondensator met elektronische stroomonderbreker die
over de volgende kenmerken beschikt: C= 85 μF / 480 V, inschakeltijd/starttijd: 1,5" / 6". Deze condensator,
parallel aangesloten met de continucondensator, zorgt voor de toename van het startkoppel in de startfase.
De elektrische aansluiting van de condensator (condensators) moet door bevoegd personeel uitgevoerd wor-
den en met inachtneming van de plaatselijke wettelijke normen. Volg het schema op de label van de elek-
trische voedingskabel. Voor alle elektrische pompen, zowel eenfasige als driefasige, is de installatie van een
geschikte elektrische beveiliging steeds noodzakelijk (thermomagnetische schakelaar met geschikte afstelling
en differentieel schakelaar met een afschakelstroom kleiner dan 30 mA) die een omnipolaire netafsluiting
kan garanderen met een openingsafstand van de contacten van minstens 3 mm. De toegelaten maximale
afwijking tussen de effectieve elektrische spanning en de nominale waarde, aangeduid op de typeplaat van de
elektrische pomp is ± 6% voor de eenfasige motoren en ± 10% voor de driefasige motoren.
Voor elke onderhoud- of reparatiewerkzaamheid op de elektrische pomp, moet de elektrische voeding
afgesloten worden.
Start -Fig.5-
Alvorens de elektrische pomp te installeren moet, met niet elektrisch aangesloten machine, gecontroleerd
worden of de rotor vrij draait. Hiervoor kan via de zuigmond gebruikt de waaier gebruikt worden (of in ge-
val van elektrische pompen model DTR, het roterende deel van het maalsysteem). In geval van driefasige
elektrische pompen moet gecontroleerd worden of de draairichting correct is, m.a.w. met de wijzers van de
klok mee bekeken van bovenop de machine (zie pijl bij de persmond op de elektropomp); om dit voor de
pompinstallatie te doen, moet de elektrische pomp uitgeschakeld zijn, de motor moet gestart worden en
enkele seconden blijven draaien (in- en uitschakelen): indien de draairichting correct is, zal de elektrische
pomp tegen de wijzers van de klok in een tegenstoot ondergaan. Bij het uitvoeren van deze test, moet u