INSTRUCTIES
BRUIK
Gebruiksvoorwaarden en beperkingen
De elektrische dompelpompen PENTAX hebben een verticale as, monoblok en enkele waaier. Ze werden ontwor-
pen om "ondergedompeld" te werken in vaste of mobiele installaties. Ze zijn geschikt voor het verpompen van:
Pomptype
Soort water
DP 40 en 60
DP 80 en 100
DPV 80 en 100
DX 80 en 100
Zuiver/vuil
DG 80 en 100
Zuiver/vuil
DH 80 en 100
Zuiver/vuil
Pomptype
DVT400/550
DV(T)150/200/300, DVT750/1000
DVT250-4/300-4/400-4, DVT550-4/750-4
DM(T)160/210/310
DMT550
DMT1000
DMT250-4/300-4/400-4
DMT550-4/750-4
DC(T)160/210/310, DCT410/560,
DCT750/1000
DTR(T)150/200/300
DTRT400/550
DTRT750/1000
Niet alle machines zijn geschikt voor het pompen van vloeistoffen:
• met een temperatuur hoger dan 40 °C, een dichtheid groter dan 1000 kg/m3 en een kinematische
viscositeit groter dan 1 mm2/s (1 cSt);
• met een PH kleiner dan 5 of groter dan 8;
• die chemisch en mechanisch agressief zijn voor het pompmateriaal;
• die ontvlambaar of explosief zijn;
• met kenmerken die verschillen van die gespecificeerd voor elk pomptype.
Niet alle machines zijn geschikt om in putten, kuipen of andere omgevingen waar gas en/of explosiegevaar
aanwezig is, geïnstalleerd te worden. De maximale dompeldieptes (met geschikte kabellengte) is voor DP/
DPV/DX/DG/DH 5 m, voor DV/DM/DC/DTR 20 m. Voor een doorlopende werking moet de pomp, om de cor-
recte koeling van de motor toe te laten, volledig in de te pompen vloeistof ondergedompeld zijn (minimum
dompeldiepte). Om mogelijke schade aan de elektrische pomp te vermijden moet, het aantal aanlopen/uur
(gelijkmatig verdeeld), minder zijn dan:
• 30, voor de reeks DP / DX / DG / DH;
• 20, voor de elektrische pompen met nominaal vermogen tot 4 kW;
• 10, voor de elektrische pompen met nominaal vermogen 5,5-7,5 kW.
De geluidsdruk, gemeten bij een minimale diepte die het mogelijk maakt de pomp te bedienen, is minder dan
70 dB (A); als de elektrische pomp is ondergedompeld verdwijnt de geluidshinder.
Installatie
De interne diameter van de buizen is afhankelijk van hun lengte en van de te ontwikkelen capaciteit. Om het
verstoppen te vermijden moet de vloeistofsnelheid in de toevoerleiding groter zijn dan 0,8-1 m/s; in aanwezi-
gheid van zand of zwevende deeltjes is een snelheid nodig van minstens1,6 m/s in de horizontale leidingen en
2,5 m/s in de verticale: in elk geval mag een snelheid van 3,5-4 m/s niet worden overschreden. De diameter
van de persleiding mag nooit kleiner zijn dan de diameter van het mondstuk van de pomp. Om bij het stoppen
van de pomp sedimentatie te voorkomen, is het nuttig de verticale buisdelen van de persleiding tot het ve-
reiste minimum te herleiden en de horizontale buisdelen in de stroomrichting enigszins hellend te installeren.
De pomp moet opgetild en getransporteerd worden, gebruik makend van de hiervoor bestemde bevesti-
gingsring of handgreep. Gebruik nooit de elektrische voedingskabel en/of de kabel van de eventuele vlotter:
indien ze worden beschadigd zou dit kunnen leiden tot falen van de werking of zware ongevallen. -Fig.1-
Plaats de pomp, met verticale as, op de bodem van de put of van de installatieplaats. Let op dat de verpompte
vloeistof geen explosieve gasmengsels bevat of deze kan verwekken: verzeker u er steeds van dat de kuip
(putje) goed geventileerd is en geen gasstagnatie toelaat. De opvangkuip moet over de geschikte afmetingen
beschikken zodanig dat:
• het nuttig volume, de aanlopen/uur van de elektrische pomp beperkt: zie maximum aantal toegelaten
aanlopen.
• tijdens de periode waarin de elektrische pomp niet werkt, geen harde sedimentatie wordt gevormd.
VOOR
VAN
ELEKTRISCHE
Vloeistof met vaste voorwerpen
Hoeveelheid (%)
Zuiver
< 5
Zuiver
< 5
Zuiver
< 5
< 15
< 15
< 5
Toegelaten vrije
doorgang (mm)
45
50
50
45
50
60
90
10
/
DE
INSTALLATIE
PENTAX
Formaat (mm)
< 4
< 7
< 15
< 28
< 35
< 10
Soort water
Met een hoog gehalte aan vaste
bestanddelen met lange vezels,
vloeistoffen met hoge concentraties
van gassen en drijfmest
Zuiver water, vloeistoffen met vaste
bestanddelen met korte vezels,
drijfmest, slib
Zuiver of vuil water, vrij van vezels
of vezelachtige samenstellingen
Afvalwater met vaste
bestanddelen, vezelachtige
bestanddelen die moeten gemalen
worden. De vloeistof mag geen
schurende bestanddelen bevatten
(bv. zand, grind)
EN
HET
GE-
DOMPELPOMPEN
Minimum Zuigdiepte (mm) in
manuele werking
15
20
55
110
110
15
Waaiertype
Achteraan
open
type Vortex
Eenkanaal-
waaier
gesloten
Eenkanaal-
waaier open
Multikanaal-
waaier open
met hoge
prevalentie
Multikanaal-
waaier open
met bemaling
in het
zuigsysteem