10-364
6. HET TOESTEL AANPASSEN
Standaard staat de transponderlezer-module ingesteld op gebruik in installaties met een lijnweerstand ≤20 Ohm en op de bus. De module is beveiligd met een
plaatje in kunststof.
Verwijder het zelfklevende kunststoffen plaatje op de dipswitch enkel wanneer u een aanpassing dient uit te voeren.
Verwijder het plaatje in kunststof.
Stel de dipswitch als volgt in:
6.1. Aanpassing voor installaties zonder P-ader (werking met 2 draden)
• Van toepassing wanneer een installatie slechts twee leidingen heeft.
• Per voedings- en besturingsapparaat mag maar één module met transponderlezer worden
aangesloten.
• Voor nieuwe installaties moet een P-ader worden voorzien.
• Fabrieksinstellingen op werking met 3 draden: OFF.
Schuif de dipswitch 1 onderaan in positie ON (Afb. 4).
6.2. Aanpassing aan draadlengtes
• Van toepassing om een lijnweerstand tot 60 Ohm te kunnen gebruiken.
• In de installatie geïntegreerde buitenposten en besturingsapparaten moeten geschikt zijn voor
installaties met een lijnweerstand tot 60 Ohm.
• Fabrieksinstellingen op normale draadlengte ≤ 20 Ohm: UIT.
Schuif de dipswitch 2 bovenaan in positie ON (Afb. 5).
6.3. RS485-interface
• Van toepassing op werking via de RS485-interface
• De netspanning loopt via een 24 V DC-voeding of bus.
• Fabrieksinstellingen voor installatie aan het uiteinde van de lijn: AAN.
Schuif de dipswitch 1 bovenaan in de positie OFF (Afb. 6), wanneer het toestel niet aan het
uiteinde van de lijn is geïnstalleerd.
8
Afb. 4: Werking met 2 draden
Afb. 5: Werking met 2 draden
Afb. 6: RS485-interface
NL