8. Periodiek onderhoud en reiniging
Het apparaat mag alleen in goede staat worden gebruikt!
Apparaat onmiddellijk uitschakelen zodra een schade of een storing wordt vastgesteld!
Gevaar!
• De besturing mag alleen worden geopend en onderhoudswerkzaamheden aan de gehele machine mogen alleen worden uitgevoerd als de stek-
ker is losgekoppeld van het lichtnet!
Let op!
Gevaar voor letsel bij mensen en dieren, en materiële schade!
• Laat onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uitsluitend uitvoeren door geschoold personeel.
• Houd alle veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen op het apparaat in leesbare staat.
• Bij de vervanging van de glijlagers moet de motorophanging inclusief borstel altijd met geschikt hijsgereedschap tegen vallen of omlaag zakken
worden beveiligd. Letselgevaar!
• Bij vervanging van borstels: De borstel valt omlaag als de schroef volledig is losgedraaid.
8.1 Overzicht van onderhoudsschema
Component
Veiligheidstechnische visuele controle mechanisch + elektrisch
Tandwielkast
Schroefverbindingen
Bewegende onderdelen (glijlagers, rubberbuffer, flenslagers, smeer-
nippel afb.12)
Borstels
Volledige machine
Elektrische bedrijfsveiligheidscontrole
8.2 Veiligheidstechnische visuele controle, mechanisch + elektrisch
• Dagelijkse controle van de machine op van buiten zichtbare schade en algemene geschiktheid voor gebruik.
• Controle van de toestand van de elektrische leidingen en de besturing. (Beetsporen, schuurplekken, losse verbindingen enz.).
8.3 Tandwielkast
De tandwielkast is af fabriek reeds gevuld met de cardanolie Shell Tivela
S320. Bij een te lage oliestand de olie uitsluitend met dit type olie bijvullen.
Controleren of uit de tandwielkastafdichting olie lekt.
8.4 Schroefverbindingen
Controleer wekelijks of alle schroefverbindingen goed vastzitten, in het
bijzonder bij de bevestiging van de machine aan de wand. Trek de schroef-
verbindingen indien nodig stevig aan.
8.5 Bewegende onderdelen
Flenslagereenheden op de aangegeven plaatsen (afb. 12) smeren. Glijlager-
bussen (afb. 14 - pos. 2.2) op slijtage controleren. Deze onderdelen moeten
regelmatig worden geïnspecteerd en bij te sterke slijtage worden vervangen.
8.6 Borstels
De borstel (afb. 13– pos. 4) moet worden vervangen als deze is versleten en de dieren onvoldoende worden gereinigd.
8.6.1 Borstelvervanging
1. Maak de schroef onder de borstel los.
2. Trek de borstel eraf en vervang deze door een nieuwe borstel.
3. Voorzie de schroef van schroefdraadlijm en trek deze met schijf en borgring weer aan.
Reinigen
Smeren
x
x
x
Afbeelding 12 – positie smeernippel
82
Inspecteren
Frequentie
x
dagelijks
x
wekelijks
x
wekelijks
x
wekelijks
x
wekelijks
elk kwartaal
x
elk half jaar