6.1 Voorgemonteerd systeem
Dit type systeem behoeft uitsluitend een vlotter, die op verzoek
wordt geleverd, en die aan de binnenkant van de (lege) bak wordt
bevestigd met de kabelklem (87) die reeds aan de binnenkant van
de bak geïnstalleerd is.
U dient zich strikt te houden aan de kabellengte tussen
kabelklem en vlotter die is aangegeven in afbeelding C.
Voer de kabel van de vlotter uit de bak via de reeds gemonteerde
kabelwartel (149), draai de ring vast en sluit hem aan op het
bedieningspaneel volgens de bij het paneel geleverde instructies.
Het signaal kan visueel en/of akoestisch zijn, afhankelijk van of u
op de bedieningscentrale een controlelampje en/of een sirene van
230V-ac / 10 Watt (op verzoek geleverd) aansluit.
6.2
AS1 systeem (alleen op verzoek geleverd)
Het alarmsysteem AS1, op verzoek geleverd met bijbehorende
instructies, bestaat uit:
-
een elektronische centrale met reservelading
-
een vlotter
De vlotter wordt bevestigd aan de binnenkant van de (lege) bak
met behulp van de kabelklem (87) die reeds aan de binnenkant van
de bak geïnstalleerd is.
U dient zich strikt te houden aan de kabellengte tussen
kabelklem en vlotter die is aangegeven in afbeelding C.
Voer de kabel van de vlotter uit de bak via de reeds gemonteerde
kabelwartel (149), draai de ring vast en sluit hem aan op het
bedieningspaneel.
Alvorens de bak te vullen, dient u de vlotter met de hand te bedienen, om de werking van het alarmsysteem,
dat u eerder op het net heeft aangesloten volgens de instructies die bij AS1 zitten, te controleren.
6.3 Test van het alarmsysteem
Voer een volledige systeemtest uit met schoon water, en controleer of het alarmsysteem alleen in werking
treedt indien de pomp defect is of er geen netvoeding is.
Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Vul de bak tot aan het niveau waarop de pomp in werking treedt en schakel de stroom naar de pomp uit.
In deze situatie moet het alarmsysteem niet in werking treden.
2. Vul de bak verder tot aan het niveau waarop het alarmsysteem in werking treedt. Controleer of onder
deze omstandigheden het waterpeil enige centimeters lager is dan het alarmpeil MAX (afbeelding
pag.49-50).
Wanneer dit niet zo is, de kabel tussen de kabelklem en de alarmvlotter inkorten.
7.
ONDERHOUD
7.1
Nadat u het systeem gestart heeft, is het raadzaam het iedere drie maanden te inspecteren en schoon
te maken; dit geldt met name voor de terugslagklep. Dit mag iets minder vaak gebeuren indien de
eerste inspecties allemaal een positief resultaat opleverden.
7.2
Maak de pomp zorgvuldig schoon en verwijder alle deeltjes die vastzitten op het aanzuigrooster en
controleer of de vlotter vrij kan bewegen. Haal de pomp zo nodig uit de bak.
7.3
Het is raadzaam het systeem tenminste eens per jaar schoon te maken met schoon water en de pomp
hierbij herhaaldelijk te laten draaien.
NEDERLANDS
54
afb.C
ALARMVLOTTER