6. Onderhoud
6.1 Handmatige reiniging
1) Scheid de motor en voetschakelaar die in de bedieningseenheid verbonden zijn van elkaar.
2) Maak een doek (bij voorkeur uit katoen) of zachte borstel gedrenkt in isopropylalcohol klaar.
3) Verwijder gedurende ten minste 3 minuten de vreemde stoffen op het hele oppervlak en in de gaten met de doek of borstel die in isopropylalcohol is gedrenkt.
4) Herhaal het reinigingsproces als vreemde stoffen worden gevonden.
Reinig het product vóór en na gebruik.
6.2 Inspectie
1) Controleer of er vreemde stoffen zichtbaar zijn met het blote oog.
2) Controleer de bedrijfstoestand.
3) Herhaal het reinigingsproces als vreemde stoffen worden gevonden.
4) Herhaal bovenstaande procedure voor elk gebruik.
6.3 Sterilisatie
Producten die kunnen worden gesteriliseerd: Motor, motoraansluitingskabel
1) Ontkoppel de motorkabel van de regelaar.
2) Bevestig de motorkap aan de handstukaansluiting van de motor.
3) Steriliseer de motor met kap en motorkabel vóór of na gebruik in de volgende omstandigheden.
Type
Sterilisator met zwaartepuntverplaatsing
Sterilisatie met luchtverwijderende stoom(pre-vacuüm)
※ Sterilisatie met vochtige warmte (134-135 °C) gedurende 3 minuten in een stoomsterilisator (autoclaaf)
6.4 Zekering vervangen
① Schakel de eenheid uit en ontkoppel
hem zoals in 5.1.
Sterilisatieomstandigheden
Ten minste 30 minuten op 121 °C
Ten minste 4 minuten op 132 °C
② Verwijder voorzichtig de
zekeringskast.
Extra
zekering
• Steriliseer na elk gebruik van het product.
Droogtijd
• We raden niet aan om te steriliseren met plasma-sterilisatie of
30 minuten
EOG-sterilisatie.
30 minuten
• Ontkoppel de motor niet van de motorkabel tijdens het steriliseren.
.
③ Vervang de zekeringen door nieuwe
van hetzelfde type zekering.
Moet worden
vervangen
73
④ Plaats de zekeringskast opnieuw op zijn plaats.