Télécharger Imprimer la page

bort medical DorsoFX Mode D'emploi page 31

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 14
Informatie voor de orthopedisch instrumentmaker:
De BORT DorsoFX-rugorthese mag uitsluitend worden aangepast door hiervoor opgeleide medewerkers!
In het ideale geval behandelt u de patiënt in een interdisciplinaire samenwerking met de voorschrijvend
arts en de behandelend fysiotherapeut. Als de patiënt wordt behandeld tijdens een opname in het
ziekenhuis, wordt aanbevolen de verpleging te informeren over de BORT DorsoFX-rugorthese.
Belangrijke instructie:
Als de door u gemeten afmetingen precies op de overgang naar de volgende maat liggen, kiest u de
grootste maat van de twee. Omdat het materiaal bijzonder eenvoudig te bewerken is, kunt u eventuele
correcties moeiteloos in de werkplaats uitvoeren. Het rugpaneel zal in eerste instantie aangepast moeten
worden. Dit kunt u naar wens aan de bovenkant (craniaal) 3 cm en aan de onderkant (sagittaal) 2 cm
inkorten.
Aanpassen van de BORT DorsoFX-rugorthese aan de patiënt
Afhankelijk van de indicatie en gemaakte afspraken met de voorschrijvend arts wordt het korset staand of
liggend aangetrokken!
1
Leg de basisbandage bij de patiënt aan. De bandage wordt ter hoogte van de taille rondom gesloten.
Aan de achterkant van de basisbandage is een vrij in te stellen, dubbelzijdige klittenbandsluiting
aangebracht. Deze verbindt de basisbandage met de rugorthese.
2
Leg het korset van achteren naar voren (dorsaal-ventraal) bij de patiënt aan. Let op het verloop van
de reclinatiebeugels die niet in de oksels van de patiënt mogen drukken.
3
Sluit hierna de klittenbandsluiting van de onderste bekkenband. Zo voorkomt u dat het korset
omlaag zakt. Door de klittenbandsluiting aan de voorkant van het hulpmiddel zorgt de verbinding
tussen de basisbandage en het korset ervoor dat het geheel goed blijft zitten.
4
Sluit in de volgende stap de klittenbandsluiting van de borstband (reclinatiebeugel).
5
Sluit de bovenste sluitband van de bekkenband. Controleer hierbij nogmaals of alle sluitingen van
het korset en de basisbandage goed zitten. Als het korset voor de eerste keer is aangelegd, vraagt
u de patiënt te gaan staan (indien dit in samenhang met de diagnose mag en kan).
6
Controleer nu of het korset goed zit. Met behulp van de bijgeleverde moersleutel kunt u de borst- en
bekkenbanden op elk gewenst moment, onafhankelijk van elkaar, traploos in hoogte verschuiven
en aanpassen. Afhankelijk van de mobiliteit van de patiënt kan deze stap ook worden uitgevoerd als
het korset is aangetrokken. Bij een geringe mobiliteit vraagt u de patiënt te gaan liggen en voert u de
aanpassingen uit met het korset uitgetrokken. Trek het korset bij de patiënt aan en controleer nogmaals of
het hulpmiddel goed zit.
NL
31

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

180 400