12.2 Problemen met de elektrische installatie
Probleem
Lamp "HL" doet het niet
De motor stop terwijl de
lamp "HL" brandt
Mogelijke oorzaak
De lamp is doorgebrand
Voeding
Zekering "FU1"
Kortsluiting
Snelheidsschakelaar "SA" op "0"
ingesteld
Noodstopschakelaar "SB 1" ingedrukt
Hervattings- of lijntoets "SB 2"
In de staander ingebouwde
thermosonde heeft wegens
overbelasting van de motor
ingegrepen
Transformator "TC 1"
Zekering "FU 2"
Hulprelais "KA"
Verbindingsstekker en contactdoor
naar de elektrische kast /
microschakelaar van de greep
Schakelaar "SQ 1" van de handgreep
Afstandsschakelaar "KM"
Motor "M 1"
Oplossing
Vervang de lamp.
Fasen, snoer, contactdoos en stekker
controleren. De spanning moet ook voor de
zekeringen genoeg zijn.
Controleer de zekering.
Vaststellen en oplossen.
Deze moet op "1" of "2" zijn ingesteld.
Controleer of de schakelaar niet is
ingedrukt en controleer de zekering.
Controleer de werking.
Laat de motor 10-15 minuten afkoelen.
Controleer dan of er stroom loopt door de
draden. Wanneer dit niet het geval is, moet
de motor worden vervangen.
Controleer of de voedingsspanning met de
netvoeding overeenkomt en 24 V bedraagt.
De efficiëntie van de zekering controleren
en een mogelijke kortsluiting vaststellen,
die deze zekering activeert.
Controleren of de klemmen van de spoel 24
V krijgen wanneer er op de knop "SB 2"
wordt gedrukt. Wanneer dit het geval is en
de relais niets doet, moet het relais worden
vervangen.
Controleer of de stekker juist bevestigt is en
kijk of er mogelijke foutieve verbindingen in
de elektrische kast aanwezig zijn.
Controleer de werking van het onderdeel;
vervang deze bij beschadiging.
Controleer of hierop de fasen zowel in de
in- als uitgang voorhanden zijn, dat ze niet
geblokkeerd worden, of er voeding is en of
er geen kortsluiting wordt veroorzaakt.
Wanneer één van deze dingen zich
voordoet, moet de afstandsschakelaar
worden vervangen.
Controleer of de motor niet is doorgebrand
en vrij kan draaien. Eventueel nieuw
wikkelen of vervangen.
-17-