Inbedrijfstelling; Installatie Vullen; Conditionering Van Het Cv-Water - Vaillant turboTEC plus VU BE 242/3-5 Notice D'installation Et D'entretien

6 Inbedrijfstelling

6 Inbedrijfstelling
6.1

Installatie vullen

6.1.1

Conditionering van het CV-water

b
Voorzichtig!
Aluminiumcorrosie en als gevolg daarvan
lekkages door ongeschikt cv-water!
Anders dan bijvoorbeeld staal, gietijzer of
koper reageert aluminium op gealkaliseerd
cv-water (pH-waarde > 8,5) met een aanmer-
kelijke corrosie.
>
Bij aluminium dient u erop te letten, dat de
pH-waarde van het cv-water tussen 6,5 en
maximaal 8,5 ligt.
b
Voorzichtig!
Gevaar voor materiële schade door toevoe-
ging van ongeschikte antivries- of anti-
roestmiddelen aan het cv-water!
Antivries- en antiroestmiddelen kunnen leiden
tot wijzigingen aan de pakkingen, geluiden tij-
dens de werking van de cv-installatie en even-
tueel tot verdere gevolgschade.
>
Gebruik geen ongeschikte antivries- en
antiroestmiddelen.
Wanneer er additieven aan het cv-water worden toege-
voegd, kan dit materiële schade tot gevolg hebben. Bij
een correct gebruik van de volgende producten zijn aan
Vaillant-toestellen tot nu toe echter geen onverdraag-
zaamheden vastgesteld.
>
Neem bij het gebruik de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant van het additief in acht.
Voor de verdraagzaamheid van alle additieven in het
overige cv-systeem en voor de werkzaamheid ervan
aanvaardt Vaillant geen aansprakelijkheid
Additieven voor reinigingsmaatregelen (uitspoelen na
afloop noodzakelijk)
– Fernox F3
– Jenaqua 200
– Jenaqua 300
– Jenaqua 400
– Sentinel X 300
– Sentinel X 400
Additieven die permanent in de installatie blijven
– Fernox F1
– Fernox F2
– Jenaqua 100
– Jenaqua 110
– Sentinel X 100
– Sentinel X 200
22
Additieven voor vorstbeveiliging die permanent in de
installatie blijven
– Fernox Antifreeze Alphi 11
– Sentinel X 500
>
Informeer de gebruiker over de noodzakelijke maat-
regelen, als u deze additieven hebt gebruikt.
>
Informeer de gebruiker over de vereiste maatregelen
voor vorstbeveiliging.
>
Neem voor de conditionering van het vul- en bijvulwa-
ter de geldende nationale voorschriften en technische
regels in acht.
Voor zover nationale voorschriften en technische regels
geen hogere eisen stellen, geldt het volgende:
>
U dient het cv-water te conditioneren,
– indien de volledige hoeveelheid vul- en bijvulwater
tijdens de gebruiksduur van de installatie het drie-
voudige nominale volume van de cv-installatie
overschrijdt
of
– indien de in de volgende tabellen vermelde grens-
waarden niet in acht worden genomen.
Totaal verwar-
mingsvermo-
gen
kW
 50
 50 tot  200
 200 tot  600 1,5
 600
1) Bij installaties met circulatiewaterverwarmers en voor syste-
men met elektrische verwarmingselementen
2) Van het specifieke installatievolume (liter nominale inhoud/
verwarmingsvermogen; bij installaties met meerdere boilers
dient het kleinste afzonderlijke verwarmingsvermogen te wor-
den gebruikt).
Deze gegevens gelden uitsluitend tot het drievoudige installa-
tievolume voor vul- en aanvulwater. Als het drievoudige instal-
latievolume wordt overschreden, dient het water net als bij
overschrijding van de in tabel 6.1 vermelde grenswaarden vol-
gens de voorschriften van het VDI te worden behandeld (ont-
harden, ontzouten, hardheidsstabilisering of afslibbing).
Tabel 6.1 Richtwaarden voor het cv-water: Waterhardheid
Kenmerken van het
cv-water
Elektrische geleidbaar-
heid bij 25 °C
Uiterlijk
pH-waarde bij 25 °C
Zuurstof
1) Bij aluminium en aluminiumlegeringen beperkt het pH-waarde-
bereik zich van 6,5 tot 8,5.
Tabel 6.2 Richtwaarden voor het cv-water: Zoutgehalte
Installatie- en onderhoudshandleiding turboTEC pro, turboTEC plus 0020029203_03
Totale hardheid bij het kleinste verwarmings-
vlak van de ketel 2)
> 20 l/kW
20 l/kW
< 50 l/kW
mol/m 3 mol/m 3
Geen vereiste of <
2
3 1)
2 1,5
0,02
0,02 0,02
Een-
Zoutarm
heid
S/cm
< 100
vrij van neergeslagen stoffen
8,2 - 10,0 1)
mg/L < 0,1
> 50 l/kW
mol/m 3
0,02
0,02
0,02
0,02
Zouthoudend
100 - 1500
8,2 - 10,0 1)
< 0,02