INSTALLATIe
Ingebruikname
11.3 Sensormontage
11.3.1 Evt. toebehoren temperatuursensor bij
oppervlaktekoeling
Bij oppervlaktekoeling is de montage van een als toebehoren ver-
krijgbare temperatuursensor vereist.
f Demonteer de frontbekleding (zie hoofdstuk "Voorbereidin-
f
gen / Transport en oplevering / Frontbekleding demonteren/
monteren").
f Steek de temperatuursensor in de sensorhuls "Sensor WP
f
koelen optioneel".
f Leg de sensorkabel in de geleidingsgroef in het isolatie-ele-
f
ment die daarvoor is voorzien.
f Sluit de temperatuursensor aan T(KUE) aan op aansluit-
f
klem XD04 van het toestel.
12. Ingebruikname
Voor de ingebruikname kunt u een beroep doen op onze klanten-
service (tegen betaling).
Als u het toestel commercieel gebruikt, dient u voor de ingebruik-
name rekening te houden met de eventuele voorschriften van
de bedrijfsveiligheidsverordening. Meer informatie hieromtrent
vindt u bij de bevoegde toezichthoudende instantie (in Duitsland
is dat bijv. TÜV).
70
| HSBC 200 L
12.1 Circulatiepompen Wilo-Para .../Sc
Verlicht display (leds)
Meldingsweergave:
LED gaat groen branden in normaal bedrijf
LED brandt/knippert bij storing
Weergave van het gekozen regelingstype Δp-v, Δp-c
en constant-toerental
Weergave van de gekozen karakteristiek (I, II, III) bin-
nen het regelingstype
Weergavencombinaties van de LED's tijdens de ont-
luchtingsfuncties, handmatige herinschakeling en
vergrendeling
Bedieningstoets
Indrukken
Regelingstype selecteren
Selectie van de karakteristiek (I, II, III) binnen het rege-
lingstype
Lang indrukken
Ontluchtingsfunctie activeren (3 seconden indrukken)
Handmatige herinschakeling activeren
(5 seconden indrukken)
Knop blokkeren/deblokkeren (8 seconden indrukken)
Ontluchtingsfunctie activeren (3 seconden indrukken)
Handmatige herinschakeling activeren
(5 seconden indrukken)
Knop blokkeren/deblokkeren (8 seconden indrukken)
Regelingstypen en functies
Verschildruk variabel
Aanbeveling bij tweepijpsverwarmingssystemen met
∆p-v (I, II, III)
radiatoren voor het reduceren van stromingsgeluiden
aan thermostaatventielen.
H/m
De pomp reduceert de opvoerhoogte tot de helft bij een
III
II
dalend debiet in het leidingnet.
I
Besparing van elektrische energie door de aanpassing
van de opvoerhoogte aan de debietbehoefte en gerin-
gere stroomsnelheid.
Q/m³/ h
Drie vooraf gedefinieerde karakteristieken (I II III) ter
selectie.
Verschildruk constant
Aanbeveling bij vloerverwarmingen of bij grote lei-
∆p-c (I, II, III)
dingen of alle toepassingen zonder veranderlijke buis-
netwerkkarakteristiek (bijv. oplaadpompen), alsmede
H/m
enkelebuis-verwarmingssystemen met verwarmings-
III
elementen.
II
De regeling houdt de ingestelde opvoerhoogte con-
I
stant, onafhankelijk van het getransporteerde debiet.
Drie vooraf gedefinieerde karakteristieken (I II III) ter
Q/m³/ h
selectie.
Constant toerental
Aanbeveling voor installaties met onveranderlijke in-
(I, II, III)
stallatieweerstand die een constant debiet vragen.
H/m
De pomp loopt op drie vooraf aangegeven niveaus voor
III
constant toerental (I, II, III).
II
Info
I
Fabrieksinstelling: Constant-toerental,
Q/m³/ h
karakteristiek III
www.stiebel-eltron.com