SXG
23. DE LUCHTINLAATOPENINGEN CONTROLEREN
EN REINIGEN
BELANGRIJK: • Als de luchtinlaatopeningen verstopt
zijn door stof of vuil, kan de motor
oververhit raken omdat de koelcapaci-
teit van de radiator hierdoor sterk ver-
mindert. Controleer voordat u met de
maaier begint te werken of de radiator
en het radiatorrooster niet verstopt zijn.
• Als u droog gras maait of als u onder
zeer stoffige omstandigheden werkt,
controleer de luchtinlaatopeningen
dan meerdere keren tijdens het ge-
bruik om verstoppingen te voorkomen.
a. De roosters van de luchtinlaatopeningen bevinden
zich onder het stuur.
Veeg het stof eraf met een doek of iets dergelijks.
(1) Roosters van de luchtinlaatopeningen
b. Bovenste rooster in de motorkap
Open de motorkap en verwijder het net door de vleu-
gelmoeren los te schroeven. Veeg het stof eraf met
een doek of iets dergelijks.
2
(1) Net
1
(2) Vleugelmoeren
24. DE RADIATOR REINIGEN
(1) Radiator
BELANGRIJK: • Als het radiatorrooster en de radiator
1
De radiator bevindt zich achter de motor en het
radiatorrooster bevindt zich achter de radiator.
a. Trek het radiatorrooster omhoog.
b. Veeg het stof van het radiatorrooster met een zachte
borstel.
c. Het verstopte radiatorrooster moet worden gereinigd
door het beurtelings aan beide kanten met perslucht
of water te reinigen.
d. Monteer het radiatorrooster weer.
BELANGRIJK:
25. DE KOELVLOEISTOF VERVERSEN
WAARSCHUWING: Verwijder de radiatordop
nooit tijdens of vlak na gebruik van de
maaier; er kan stoom onder druk of heet
water uit de radiator ontsnappen waardoor
u zich kunt verbranden. Laat de motor eerst
voldoende afkoelen.
60
(2) Radiatorroosters
zijn verstopt door stof of vuil, kan de
motor oververhitten omdat de koelca-
paciteit van de radiator hierdoor sterk
vermindert. Controleer voordat u met de
maaier begint te werken of de radiator
en het radiatorrooster niet verstopt zijn.
• Als u droog gras maait of als u onder
zeer stoffige omstandigheden werkt,
controleer de radiator en het radiator-
rooster dan meerdere keren tijdens het
gebruik om verstoppingen te voorkomen.
• G e b r u i k g e e n w a t e r o f p e r s l u c h t
m e t e e n t e h o g e d r u k o m d a t d e
ventilatorschoepen hierdoor vervormd
kunnen raken.
• Zorg dat er geen water rechtstreeks op
de bedrading of de elektrische appara-
tuur terechtkomt.
• Als u de radiator met leidingwater hebt ge-
reinigd, laat hem dan aan de lucht drogen.
2
1