SXG
2.4. REGELKNOP VOOR HOOGTEAFSTELLING
U kunt met de regelknop voor de hoogteafstelling de
maaihoogte van het maaidek instellen.
Draai de knop naar voren (
laag.
Draai de knop naar achteren (
hoog.
(1) Regelknop voor hoogteafstelling
(2) Indicator voor hoogteafstelling
BELANGRIJK: Als u alleen de regelknop voor de hoog-
teafstelling gebruikt, is de maaihoogte
ongelijk op een oneffen ondergrond.
Gebruik de regelknop samen met het
stelwiel.
Zet voordat u de regelknop voor de
hoogteafstelling draait de hefhendel naar
achteren om het maaidek in de hoogste
stand te zetten.
Als u het maaidek monteert of verwijdert,
moet u de regelknop voor de hoogteaf-
stelling eerst in de laagste stand zetten.
2.5. HEFHENDEL VOOR DE OPVANGBAK
Met deze hendel kunt u de opvangbak omhoog en
omlaag zetten. (SBC600X-3H)
Zet deze hendel naar voren; de opvangbak gaat
omlaag.
Zet deze hendel naar achteren; de opvangbak
gaat omhoog.
); de maaihoogte is
); de maaihoogte is
2
1
40
2.6. HENDEL VOOR HET KIPPEN VAN DE OPVANGBAK
Met deze hendel kunt u de bak openen en sluiten.
Zet deze hendel naar voren; de bak gaat dicht.
Zet deze hendel naar achteren; de bak gaat
open.
BELANGRIJK: De opvangbak (SBC600X-3H) gaat pas
open als hij minimum halfweg omhoog
staat.
GEVAAR: Om de veiligheid van de
bestuurder niet in gevaar te brengen
voorkomt de veiligheidsschakelaar dat de
messen worden gestart tijdens het omhoog
zetten van de bak (SBC600X-3H) of tijdens
het kippen van de container (SBC550X-3L).
De motor stopt zodra de bestuurder begint
met het heffen van de bak (SBC600X-3H) of
het kippen van de bak (SBC550X-3L) terwijl
het maaidek in werking is.
3. BEDIENINGSPEDALEN
2
1
3
4
(1) Hoofdrempedaal
(2) Parkeervergrendeling (4) HST-pedaal voor achteruit rijden
(TYPE E)
3.1. REMPEDAAL
De maaier stopt met rijden als u dit pedaal indrukt.
(3) HST-pedaal voor vooruit rijden
(5) Pedaal voor de
differentieelvergrendeling