SXG
6. LUCHTFILTER
a. Het luchtfilter is met een rubberen band aan de motor
bevestigd. Maak de band los en pak het luchtfilter met
de hand vast.
2
(1) Luchtfilter
b. Knijp op de vacuümklep om het stof dat zich binnen
heeft verzameld te verwijderen. Als het stof nat is,
veeg het dan weg met een droge doek.
(1) Vacuümklep
c. Verwijder de vleugelmoer. Trek het filterelement uit het
luchtfilter.
d. Stof het filterelement af door er zachtjes met de ene
hand op te tikken terwijl u het in de andere hand vast-
houdt.
e. Als u het filterelement niet op die manier schoon krijgt,
blaas het stof er dan uit met perslucht. Laat hierbij de
luchtstroom van binnen naar buiten gaan.
f. Als u het filterelement op die manier nog niet schoon krijgt,
laat het dan ongeveer 30 minuten in een neutrale oplos-
sing met reinigingsmiddel weken en spoel het dan met zui-
ver water. Laat het vervolgens aan de lucht drogen.
g. Als het filterelement schoon en droog is, kunt u het te-
rugplaatsen. Ga hierbij in de omgekeerde volgorde te
werk als bij het verwijderen.
(2) Rubberen band
(2) Filterelement
BELANGRIJK: • Sla het filterelement nooit tegen een
7. BRANDSTOFFILTER
Het brandstoffilter bevindt zich links onder de trede
van de maaier. Controleer of er geen stof of water op
de bodem van de filterholte zit.
a. Als er stof of water op de bodem van de filterholte zit,
draait u de hendel van de brandstofkraan 180 graden in de
richting van de bout om de brandstoftoevoer te stoppen.
b. Verwijder de ringmoer zodat u het filterreservoir en het
filterelement kunt verwijderen.
c. Reinig de binnenkant van het filterreservoir en het fil-
terelement met dieselbrandstof.
2
1
(1) Hendel van de
brandstofkraan
(2) Ontluchtingsschroef
GEVAAR:
• Rook nooit als u het brandstoffilter en het
• Houd vonken en open vlammen uit de
• Veeg gemorste brandstof onmiddellijk weg.
BELANGRIJK:
52
hard voorwerp (zoals een betonnen
muur).
• Een beschadigd element moet door
een nieuw element worden vervangen.
• Start de motor nooit zonder dat het
filterelement is gemonteerd. Dat kan
motorschade veroorzaken.
filterelement reinigt of controleert.
buurt van het filter.
• Monteer ook de O-ring als u het filter
terugplaatst.
• Als de brandstoftank leeg is en er lucht
in het brandstofsysteem zit, ontlucht u
het systeem als volgt:
1. Vul de brandstoftank.
2. Draai de brandstofkraan in de stand
"Open".
3. Draai de ontluchtingsschroef los en
laat de luchtbellen ontsnappen.
4. Draai de ontluchtingsschroef van de
brandstofinjectiepomp los en laat de
luchtbellen uit de pomp ontsnappen.
(3) Ringmoer
(A) Openen
(B) Sluiten