b) Rotorbladhouders controleren
Opdat de 4 rotorbladen (1) zich tijdens het vliegen vanzelf
in een hoek van 180° t.o.v. elkaar kunnen afstellen, mogen
de 4 houderschroeven (2) niet te sterk vastgedraaid zijn.
Als u de helikopter 90° naar de zijkant draait, moeten de
rotorbladen zoals in de afbeelding gemakkelijk naar bene-
den kunnen klappen.
c) Vliegaccu aansluiten
Schuif de opgeladen vliegaccu (1) zoals in de afbeelding
van achter tot tegen de aanslag (2) in het accuvak (3).
De aansluitkabels moeten hierbij in vliegrichting naar ach-
ter wijzen.
Schuif nu de linker stuurknuppel voor de pitch- en de hek-
functie (zie afbeelding 1, pos. 12) en de trimschuiver voor
de pitch-functie (zie afbeelding 1, pos. 7) in de onderste
positie (motor-uit positie).
Schakel de zender in.
Onmiddellijk daarna kunt u de vliegaccu met behulp van
een tegen ompolen beveiligde BEC-connector op de ont-
vanger-/regelaar-bouwsteen van de helikopter aansluiten.
De 3-polige laadkabel wordt niet met het model verbonden.
88
Afbeelding 4
Afbeelding 5