Réglages Avant L'allumage; Servomoteur; Démarrage Brûleur; Allumage Brûleur - Riello Burners RS 30 BLU Manuel D'entretien

Table des Matières

Publicité

REGLAGES AVANT L'ALLUMAGE
Le réglage de la tête de combustion, air et gaz, a
déjà été décrit page 15.
Les autres réglages à effectuer sont les suivants:
- Ouvrir les vannes manuelles situées en amont de
la rampe du gaz.
- Régler le pressostat de seuil minimum gaz en dé-
but d'échelle (A).
- Régler le pressostat air en début d'échelle (B).
- Purger le conduit gaz de l'air.
Il est conseillé d'évacuer l'air purgé en dehors des
locaux par un tuyau en plastique jusqu'à ce que
l'on sente l'odeur caractéristique du gaz.
- Monter un manomètre en U (C) sur la prise de
pression de gaz du manchon.
Celui-ci servira à mesurer approximativement la
puissance du brûleur en 2ème allure à l'aide du ta-
bleau page 10.
- Raccorder en parallèle aux deux électrovannes de
gaz VR et VS deux lampes ou testeurs pour con-
trôler le moment de la mise sous tension.
Cette opération n'est pas nécessaire si chacune
des deux electrovannes est munie d'un voyant lu-
mineux signalant la tension électrique.
Avant d'allumer le brûleur, régler la rampe du gaz
afin que l'allumage se fasse dans les conditions de
sécurité maximum, c'est à dire avec un débit de gaz
très faible.
SERVOMOTEUR (D)
Le servomoteur règle en même temps le volet d'air
par la came à profil variable et la vanne papillon du
gaz.
L'angle de rotation sur le servomoteur est égal à l'an-
gle sur le secteur gradué de la vanne papillon gaz.
Le servomoteur pivote de 90° en 12 secondes.
Ne pas modifier le réglage des 4 cames équipant
l'appareil effectué en usine. Contrôler simplement
que ces cames soient réglées comme suit:
Came St2
: 90°
Limite la rotation vers le maximum.
Le brûleur fonctionnant en 2ème allure, la vanne pa-
pillon doit être ouverte complètement: 90°
Came St0
: 0°
Limite la rotation vers le minimum.
Brûleur éteint, le volet de l'air et la vanne papillon
doivent être fermés: 0°
Came St1
: 15°
Règle la position d'allumage et de puissance en 1ère
allure.
Came MV
: 85°
Allume le voyant lumineux de la 2ème allure (STA-
TUS).
DEMARRAGE BRULEUR
Fermer les télécommandes et mettre:
• l'interrupteur 1)(E) en position "Brûleur allumé"
• l'interrupteur 2)(E) en position "1ère ALLURE"
Dès que le brûleur démarre contrôler le sens de ro-
tation du rotor turbine par le viseur flamme 18)(A)p.6.
Vérifier que les ampoules ou les testeurs raccordés
aux électrovannes, ou les voyants sur les électro-
vannes, indiquent une absence de tension. S'ils si-
gnalent une tension, arrêter immédiatement le
brûleur et contrôler les raccordements électriques.
ALLUMAGE BRULEUR
Après avoir effectué les opérations décrites au point
précédent, le brûleur devrait s'allumer. Si le moteur
démarre mais la flamme n'apparaît pas et le boîtier
de contrôle se bloque, réarmer et faire une nouvelle
tentative de démarrage.
Si l'allumage ne se fait pas, il se peut que le gaz n'ar-
rive pas à la tête de combustion dans le temps de sé-
curité de 3 s. Dans ce cas augmenter le débit du gaz
à l'allumage. L'arrivée du gaz au manchon est mise
en évidence par le manomètre en U (C).
Quand l'allumage est fait, passer au réglage complet
du brûleur.

AFSTELLINGEN VOOR DE ONTSTEKING

De afstelling van de verbrandingskop, lucht en
gas is reeds beschreven op blz. 15.
Andere nog uit te voeren afstellingen zijn:
- Open de handbediende kleppen voor de gas-
straat.
- Stel de min. gasdruk af op het begin van de
schaal (A) (min. druk).
- Stel de luchtdruk af op het begin van de
schaal (B) (min. druk).
- Ontlucht de gasleiding.
Het is aan te raden de ontsnapte lucht met
een plastic slang buiten het gebouw te bren-
gen tot men het gas ruikt.
- Monteer een U-manometer (C) op het gas-
drukmeetpunt van de mof.
Deze dient om het vermogen van de brander
in de 2° vlamgang bij benadering te meten
door middel van de tabel op blz. 10.
- Parallel aan de elektromagnetische kleppen
VR en VS twee lampjes of testers aansluiten
om het juiste moment te zien waarop ze onder
spanning komen.
Deze handeling is niet nodig als beide elektro-
magnetische afsluiters voorzien zijn van een
controlelampje dat de elektrische spanning
aangeeft.
Alvorens de brander te ontsteken, is het raad-
zaam de gasstraat zodanig af te stellen dat de
ontsteking plaatsvindt onder optimale veilig-
heidsomstandigheden;
zwak gasdebiet.
SERVOMOTOR (D)
De servomotor regelt tegelijkertijd de luchtklep
door middel van de variabele geprofileerde nok
en de gassmoorklep.
De draaihoek op de servomotor is gelijk aan de
hoek op de gegradueerde sector van de smoor-
klep. De servomotor draait 90° in 12 sec.
De vier nokken zijn voorafgesteld in de fabriek.
Wijzig deze instelling niet, controleer alleen of ze
afgesteld zijn zoals hieronder aangegeven:
Nok St2
: 90°
Beperkt de wenteling naar het maximum. Bij de
in 2° vlamgang functionerende brander dient de
gassmoorklep helemaal open te zijn: 90°.
Nok St0
: 0°
Beperkt de wenteling naar het minimum. Als de
brander niet werkt, moeten de luchtklep en de
gassmoorklep gesloten zijn: 0°.
Nok St1
: 15°
Regelt de positie van ontsteking en vermogen
van de 1° vlamgang.
Nok MV
: 85°
Ontsteekt het controlelampje (LED) van de 2de
vlamgang (STATUS)

STARTEN BRANDER

Sluit de afstandsbediening en zet:
• de schakelaar 1)(E) in positie "Brander aan"
• de schakelaar 2)(E) in positie "1° VLAM-
GANG"
Zodra de brander start, de draairichting van de
turbine van de ventilator controleren vanaf de
vlamviewer 18)(A)p.6.
Controleer of de lampjes of de testers, aangeslo-
ten op de elektromagnetische kleppen, of de
controle- lampjes op de elektro-magnetische
kleppen zelf afwezigheid van spanning aange-
ven. Geven deze spanning aan, stop dan de
brander onmiddellijk en controleer de elektri-
sche verbindingen.

ONTSTEKING BRANDER

Na de onder het vorige punt beschreven hande-
lingen te hebben uitgevoerd dient de brander
aan te slaan.
Als de motor start maar de vlam niet ontstoken
wordt en de brander vergrendelt, de brander ont-
grendelen en een nieuwe startpoging doen.
Mocht er ook daarna geen ontsteking plaats vin-
den, dan kan het zijn dat het gas niet binnen de
veiligheidstijd van 3 sec. de branderkop bereikt.
Verhoog dan het gasdebiet bij de ontsteking
(startdebiet).
De U-manometer (C) toont aan wanneer het gas
de mof bereikt.
Na de ontsteking verdergaan met de volledige
afstelling van de brander.
23
d.w.z. met een zeer

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Rs 40 blu38954413895341

Table des Matières