CONNEXIONS HYDRAULIQUES
Les chaudières
installées sur des installations de chauffage et de production d'eau
chaude sanitaire.
Les positions et les dimensions des raccords hydrauliques sont
reportées dans le dessin a page 23.
NSTALLATION SANITAIRE
Il est nécessaire de s'assurer que la pression du réseau de
distribution de l'eau sanitaire ne dépasse jamais les 6 bar. En cas
d'incertitude, il sera convenable d'installer un réducteur de
pression.
Afin d'éviter des débits élevés qui comportent un abaissement de
la température de l'eau sanitaire fourni à l'usager, il est prévu
dans la chaudiére un régulateur du flux automatique,capable de
limiter le débit de l'eau.
Afin de réduire les opérations de nettoyage de l'échangeur de
chaleur, dans les zones où la dureté de l'eau est particulièrement
on recommande d'installer, sur l'entrée de l'eau
élevée,
sanitaire, un adoucisseur, un Système Anti-tartre
Electromagnétique ou à même.
Le choix et l'installation des composants de l'installation sont
!
laissés à l'installateur, qui devra opérer selon les règles de
l'art et les normes en vigueur.
La décharge des soupapes de sûreté de la chaudière doit
!
être reliée à un système adéquat de récolte et d'évacuation.
Le constructeur de la chaudière n'est pas responsable
d'éventuelles inondations causées par l'intervention des
soupapes de sûreté.
34
CONDUITS CONCENTRIQUES
CONCENTRISCHE AANSLUITING
CONDUITS SEPARES
PARALLELE AANSLUITING
sont conçues et réalisées pour être
HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN
De ketels
zijn ontwikkeld en gefabriceerd om
geïnstalleerd te worden voor Centrale Verwarming en sanitaire
warmwaterbereiding.
Hiernaast ziet u een overzicht van de hydraulische aansluitingen.
SANITAIRE INSTALLATIE
Het is belangrijk te controleren dat de druk van het
koudwaterdistributienet nooit 8 bar overschrijdt. In geval van twijfel,
moet een drukregelaar op de sanitaire koudwaterinstallatie worden
geplaatst.
Voor toepassingen waarbij de aanvoerdruk van het sanitair
koudwaternet hoger is dan 1,5 bar, is het toestel standaard
voorzien van een debietbegrenzer. Hierdoor wordt vermeden dat
bij grote warmwaterafname de temperatuur van het warm water
te laag wordt.
Teneinde de reinigingsbeurten (ontkalken) van de secundaire
warmtewisselaar te beperken, is het aangeraden om in zones
met hoge hardheidsgraad van het water, gebruik te maken een
waterverzachter of een elektromagnetische kalkbinder aan de
ingang van het koud water.
De keuze en installatie van de verschillende componenten
!
van de installatie, wordt overgelaten aan de installateur, die
dit volgens de regels van de kunst, en in overeenstemming
met de in voege zijnde normen dient uit te voeren.
De installateur dient te voorzien in een installatie die ervoor
!
zorgt dat bij eventueel in werking treden van de
overstortventielen, het vrijkomende water adequaat kan
worden afgevoerd. De constructeur van de ketel kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor eender welke schade,
veroorzaakt door het niet tijdig afvoeren van vrijkomend
water uit het veiligheidsventiel.