Table des Matières
Publicité
LIEU D'INSTALLATION DE LA CHAUDIERE
Les chaudières
aux caractéristiques différentes pourvu que l'evacuation des
produits de la combustion et l'aspiration de l'air comburant soient
à l'extérieur du lieu d'installation. Le lieu choisi ne nécessite d'avoir
aucune ouverture d'aération car les chaudières
un circuit de combustion "étanche" par rapport au lieu d'installation
(norme D51-003).
Si au contraire l'air comburant est prelevé dans le local
d'installation celui-ci doit être prevu avec ouvertures d'aération
selon les Normes en vigueur.
Tenir compte les espaces necessaires pour l'accessibilité au
!
dispositifs de sécurité et regulation et pour les opérations de
nettoyage et manutention.
Vérifier que le dégre de protection eléctrique de l'appareil
!
soit adequat aux caracteristiques du local d'installation.
Dans le cas ou les chaudières sont alimentées avec gaz de
!
poids spécifique supérieur a celui de l'air; les parties
eléctriques doivent être positionnées à une hauteur > de 500
mm de la terre.
Les chaudières ne peuvent pas être installées en plein air
car elles ne sont pas conçues pour fonctionner à l'extérieur
et ne disposent pas de systèmes de protection adéquats.
INSTALLATION DE LA CHAUDIERE
Pour une installation correcte il faut rappeler que:
- la chaudière ne doit pas être située sur une cuisinière ou tout
autre appareil similaire
- les écarts minimaux pour les interventions techniques et
d'entretien doivent être respectés.
FIXATION DU GABARIT DE PREMONTAGE
Pour la fixation du gabarit, faire référence aux instructions
contenues dans le kit.
FIXATION DE LA CHAUDIERE
- Fixer la plaque au mur par des fixations adéquates
- Accrocher la chaudière aux supports de la plaque.
25
peuvent être installées dans des lieux
25
Valeur en mm.
Waarden in mm.
INSTALLATIERUIMTE
De gaswandketels
elke ruimte die voorzien is voor de aanvoer van de benodigde
verbrandingslucht en de afvoer van de geproduceerde. Deze
ruimte behoeft verder geen ventilatieopeningen, aangezien de
ketels
ont
Indien echter toch de verbrandingslucht uit de installatieruimte
wordt betrokken, dienen de nodige verluchtingsopeningen te
worden voorzien (zie norm D51-003).
Hou er rekening mee dat de veiligheden vlot bereikbaar
!
moeten zijn en dat er voldoende ruimte is om het onderhoud
aan het toestel uit te voeren.
Controleer of de elektrische beschermingsgraad conform is
!
met de eigenschappen van het lokaal waarin de ketel
geïnstalleerd wordt.
Indien de gasketel gevoed wordt met brandstof die zwaarder
!
is dan lucht, moeten de elektrische componenten van de
installatie meer dan 500 mm boven de vloer gemonteerd
worden.
De ketels mogen niet geïnstalleerd worden in de open lucht
omdat deze daar niet voor ontworpen zijn en niet beschikken
over de gepaste beschermingssystemen.
INSTALLATIE VAN DE KETEL
Voor een juiste plaatsing van de ketel, dient de aandacht te worden
gevestigd op het feit:
dat de ketel niet gemonteerd mag worden boven een kookfornuis
of gelijkaardig toestel;
dat de minimumafstanden dienen te worden gerespecteerd om
ongehinderd technische interventies uit te kunnen voeren.
BEVESTIGING VAN DE MONTAGEPLAAT MET KRANENSTEL
Raadpleeg de montageinstructies die bij de montagekit gevoegd
zijn.
BEVESTIGING VAN DE KETEL
Bevestig de draagplaat tegen de muur met behulp van stevig
bevestigingsmateriaal.
Hang de ketel op aan de draagplaat.
PLAQUE DE SUPPORT
BEVESTIGINGSPLAAT
kunnen worden gemonteerd in
een 'gesloten' verbrandingsruimte hebben.
33
Publicité
Table des Matières
