Table des Matières
Publicité
3- Régler
la
t e m p é r a t u r e
minimum de départ
(T1min) sur la base
du type de chauffage.
A titre d'exemple:
pour des chauffages
à basse température,
paramètre 5 = 20 ÷ 30
pour des chauffages
à haute température,
paramètre 5 = 30 ÷ 55
4- Régler la température
externe maximum
(T4max), (paramètre
7)
pour
la
thermorégulation.
Au-dessus de cette
température
la
chaudière fonctionne
toujours
à
la
température minimum
de départ, en dessous
.
la
chaudière
fonctionne
à
la
température calculée
par la sonde externe.
Sur la base de l'expérience de l'installateur et de la situation
géographique, il est possible d'introduire des paramètres
différentes que ci-dessus, dans les limites des variations admises
RÉGLAGE DE LA DEMANDE DE CHALEUR (PARAMÈTRE 34)
Avec la connexion d'une sonde externe, la chaudière permet deux
modes de fonctionnement réglables à travers le paramètre 34: un
avec l'emploi d'un thermostat d'ambiance (par. 34= 00) et l'autre
avec l'emploi d'une horloge programmatrice (par. 34= 01).
Dans le premier cas, la fonction "Booster" est activée, et dans le
deuxième cas, la fonction "Abaissement nocturne" décrite dans les
paragraphes suivants.
RÉGLAGE DE LA FONCTION BOOSTER (PARAMÈTRE 11)
Si la demande de chaleur est effectuée par un thermostat
d'ambiance, il est possible d'activer la fonction Booster en réglant
le paramètre 11, différemment que 0. Celle-ci active une correction
de la température de départ en fonction du délai de fermeture et
d'ouverture du contact du thermostat d'ambiance, en permettant
une mise en régime plus rapide et un meilleur confort ambiant.
Si le contact du thermostat d'ambiance est continuellement fermé,
la valeur de la température de départ calculée par la sonde externe
est augmentée de 10°C toutes les XX minutes (où XX=paramètre
11) jusqu'à T1 max. A l'ouverture du contact la valeur de la
température de départ est réduite de 1°C toute les minutes avec
le contact ouvert. De cette façon il est possible de mettre à régime
la maison plus rapidement.
50
Courbe climatique
90
80
70
60
50
40
30
T1min
T1min
20
10
0
25
20
15
10
Température externe (°C)
Buitentemperatuur °C
Courbe climatique
90
80
70
60
50
40
30
20
T4max
10
0
25
20
15
10
Température externe (°C)
Buitentemperatuur °C
Stooklijn
5
0
-5
-10
Stooklijn
5
0
-5
-10
De verschillende waarden kunnen in functie van de geografische
ligging van de woning en volgens de ervaring van de installateur
aangepast worden.
INREGELEN VAN DE WARMTEVRAAG (PARAMETERS 34):
Indien de buitensonde geïnstalleerd is, kunnen afhankelijk van de
waarde ingegeven in parameter 34 twee systemen van werking
gekozen
worden:
omgevingsthermostaat (parameter 34 = 00) ofwel met gebruik van
een klok (en zonder thermostaat)(parameter 34 = 01).
In het eerste geval is de functie "BOOSTER" geactiveerd, terwijl
in het tweede geval een nachtverlaging wordt toegepast:
INREGELEN VAN DE FUNCTIE "BOOSTER" (PARAMETER 11)
Indien de warmtevraag geregeld wordt door tussenkomst van een
omgevingsthermostaat, kan de "BOOSTER"-functie geactiveerd
worden door ingave van een waarde, verschillend van 0, in
parameter 11. Deze waarde zorgt voor een correctie van de
vertrekwatertemperatuur, in functie van de sluittijd en openingstijd
van het warmtevraagcontact van de thermostaat, waardoor een
snellere reactietijd kan verkregen worden.
Indien het contact van de thermostaat gesloten blijft, wordt de
waarde van het vertrekwater, berekend op basis van de
buitentemperatuur, verhoogd met 10°C, elke XX minuten. (XX =
waarde ingegeven in parameter 11), tot aan de waarde T1 max.
Als het thermostaatcontact opent, wordt elke minuut dat het contact
open is, de vertrekwatertemperatuur verlaagd met 1°C. Op deze
manier kan de woning zeer snel op temperatuur gebracht worden.
3) Regel de minimum
vertrektemperatuur (T1
min) in functie van het type
verwarmingsinstallatie. Bij
voorbeeld:
•
Voor systemen op
lage
temperatuur,
parameter 5 = 20 à 30
•
Voor systemen op
hoge
temperatuur,
parameter 5 = 30 à 55
-15
-20
4) Regel de maximale
buitentemperatuur (T4
max) in parameter 7.
Boven deze temperatuur,
zal de gaswandketel
steeds aan de minimum
vertrekwatertemperatuur
blijven functioneren. Onder
deze temperatuur, zal de
w e e r s a f h a n k e l i j k e
regelaar aan de hand van
de
stooklijn
vertrekwatertemperatuur
bepalen.
-15
-20
ofwel
gecombineerd
de
met
een
Publicité
Table des Matières
