Table des Matières
Publicité
de départ chauffage
Par. 6 Minimum
de
la
température externe
Par. 7 Maximum de la
t e m p é r a t u r e
externe.
La courbe climatique est
définie en réglant les deux
points
extrêmes
de
fonctionnement:
1) le point qui identifie le
besoin maximum de
chaleur
définit
la
température maximum
de
départ
que
la
chaudière doit fournir à la
température externe la
plus basse
2) le point qui identifie l'ori-
gine
définit
la
température minimum de
départ que la chaudière
doit
fournir
à
température externe de
démarrage du chauffage.
Donc,
en
réglant
température maximum de
départ (T1 max, paramètre 4)
en correspondance de la
température
minimum
externe (T4 min, paramètre
6) et la température minimum
de départ (T1 min, paramètre
5) en correspondance de la
température
externe
maximum
(T4
max,
paramètre 7) on définit
automatiquement la courbe
climatique.
Régler les paramètres dans l'ordre suggéré ci-après:
1- Régler la température maximum de départ (T1max) sur la
base de la température calculée pour le dimensionnement du
chauffage.
A titre indicatif:
- pour des systèmes à basse température, paramètre 4 =
35 ÷ 45
- pour des systèmes à haute température, paramètre 4 = 55
÷ 90
Le service technique spécialisé doit indiquer sur le livret
utilisateur au chapitre "Réglage de la température de
chaudière" la valeur de température de départ réglée.
2- Régler la température minimum externe (T4min), (paramètre
6) selon le lieu (par exemple à la côte -8°C, a l'intérieur du pays -
10°C).
Le réglage des paramètres 4 et 6 est suffisant pour tracer la
courbe climatique avec origine (20,20) (température extérieur
20°C donne une température de départ 20°C).
Dans le champ de travail des températures externes incluses
entre 15 et 20 °C, il pourrait être nécessaire de compenser la
courbe climatique pour ne pas avoir de températures de départ
trop basses et nuire à l'efficacité du chauffage, surtout en cas de
chauffage à haute température. Il est possible de déplacer l'ori-
gine de la courbe climatique en réglant la température minimum
de départ en fonction de la température T externe maximum.
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
25
20
15
la
90
80
70
la
60
50
40
30
20
10
0
25
20
15
Courbe climatique
Stooklijn
10
5
0
-5
Température externe (°C)
Buitentemperatuur °C
Courbe climatique
Stooklijn
T4min
T4min
10
5
0
-5
Température externe (°C)
Buitentemperatuur °C
minimale vertrekwatertemperatuur (T1 min, parameter 5)
corresponderend met de maximale buitentemperatuur (T4 max,
parameter 7), wordt de stooklijn volledig vastgelegd.
Regel de parameters in volgens volgend schema:
1)
Regel de maximale vertrekwatertemperatuur (T1 max)
gebaseerd
verwarmingsinstallatie. Ten titel van inlichting:
• Voor systemen op lage temperatuur, parameter 4 = 35 à 45
• Voor systemen op hoge temperatuur , parameter 4 = 55 à 90
De technicus dient de waarde van de ingegeven
vertrekwatertemperatuur invullen in de "handleiding voor de
gebruiker" onder het hoofdstuk "Instellen van de temperatuur
van het verwarmingswater".
2) Regel de minimale buitentemperatuur (T4 min) in parameter 6,
afhankelijk van de plaats (vb: kuststreek -8°C, binnenland -10 °C).
De inregeling van de parameters 4 en 6 is voldoende om de stooklijn
te definieren met een oorsprong 20,20 (bij buitentemperatuur 20°C
een vertrektemperatuur van 20°C).
In het gebied met buitentemperatuur 15 à 20°C, kan het echter
nodig zijn om de stooklijn aan te passen teneinde de
vertrekwatertemperatuur niet te laag te laten komen, vooral in het
geval van verwarmingssystemen op hoge temperatuur. Het is
mogelijk om de de oorsprong aan te passen door de minimale
vertrekwatertemperatuur in functie van de minimale
buitentemperatuur bij te regelen.
te maken. Deze parameters
zijn:
Parameter 4: maximum
temperatuur
vertrekwater
Parameter 5:
minimumtemperatuur van het
vertrekwater
Parameter 6: minimum van
T1max
T1max
b u i t e n t e m p e r a t u u r ,
overeenkomend met de
minimumtemperatuur van het
vertrekwater
Parameter 7: maximum van
b u i t e n t e m p e r a t u u r ,
overeenkomend met de
maximumtemperatuur van het
-10
-15
-20
vertrekwater.
De
gedefinieerd
vastleggen van de twee
uiterste werkpunten:
1)
m a x i m u m v e r m o g e n
definieert, komt overeen met
de
watertemperatuur en met de
minimale buitentemperatuur;
2)
m i n i m u m v e r m o g e n
definieert, komt overeen met
de
watertemperatuur en met de
maximale buitentemperatuur.
Dus door de maximale
-10
-15
-20
vertrekwatertemperatuur te
bepalen (T1 max, parameter
4) corresponderend met de
minimale buitentemperatuur
(T4 min, parameter 6) en de
op
de
warmteverliesberekening
van
het
stooklijn
wordt
door
het
het punt dat het
maximale
het
punt
dat
het
minimale
van
de
49
Publicité
Table des Matières
