Table des Matières
Publicité
MONTAGE "ÉTANCHE" (TYPE C)
La chaudière doit être branchée sur des conduits, coaxiaux ou
dédoublés, d'évacuation des fumées et d'aspiration de l'air qui
devront déboucher sur l'extérieur (voir figure).
Sans ces tuyaux la chaudière ne doit pas être mise en service.
Conduits coaxiaux (ø 60-100mm)
Les conduits coaxiaux peuvent être orientés dans la direction la
plus adaptée aux exigences de l'installation.
Prévoyez une inclinaison du conduit d'évacuation des fumées
!
de 1%, vers la chaudière.
!
Pour le montage suivez les instructions fournies avec le
dispositif.
!
La chaudière adapte automatiquement l'aération en fonction
du type d'installation et de la longueur de la conduite.
Le conduit de l'air comburant ne doit être ni bouché ni fait de
!
tronçons.
!
Un conduit plus long entraîne une perte de puissance de la
chaudière.
longueur rectiligne max
de la conduite coaxial
(m) Ø 60-100 mm
2,25
La longueur rectiligne s'entend sans coude, sans extrémités
!
de déchargement et sans raccords. La coude qui est montée
directement sur la chaudière ne doit pas être prise en charge.
Conduits coaxiaux (ø 80-125 mm)
Les conduits coaxiaux peuvent être orientés dans la
!
direction la plus adaptée aux exigences de l'installation. Pour
l'utilisation des conduits coaxiaux ø 80-125 mm, il faut utiliser
le spécial adaptateur de ø 60-100 mm à ø 80-125mm, fourni
comme accessoire (code 380125).
Prévoyez une inclinaison du conduit d'évacuation des
!
fumées de 1%, vers la chaudière.
Pour le montage suivez les instructions fournies avec le
dispositif.
La chaudière adapte automatiquement l'aération en fonction
!
du type d'installation et de la longueur de la conduite.
Le conduit de l'air comburant ne doit être ni bouché ni fait
!
de tronçons.
Un conduit plus long entraîne une perte de puissance de la
chaudière.
MONTAGE HORIZONTAL
longueur horizontale
max de la conduite coaxial (m)
Ø 80-125 mm
5,25
MONTAGE VERTICAL
longueur verticale max de la
conduite coaxial (m) Ø 80 -125
mm
6,25
La longueur rectiligne s'entend sans coude, sans extrémités
!
de déchargement et sans raccords. L'adaptateur qui est
monté directement sur la chaudière ne doit pas être pris en
charge.
40
pertes de charge
(m)
coude 45°
coude 90°
0,5
0,8
pertes de charge
(m)
coude 45°
coude 90°
0,7
1,5
pertes de charge
(m)
coude 45°
coude 90°
0,7
1,5
GESLOTEN VERBRANDINGSKAMER
Het toestel MOET aangesloten worden aan concentrische of
parallelle rookgasafvoer/luchtaanvoerkanalen die dienen
aangesloten te worden buiten het installatielokaal: zie tekening.
ZONDER DEZE KANALEN MAG HET TOESTEL ONDER GEEN
BEDING IN DIENST GESTELD WORDEN.
Concentrische afvoer (ø 60-100)
De concentrische kanalen kunnen geplaatst worden volgens de
noodwendigheden op de werf.
!
Voorzie een helling van ongeveer 1%, aflopend naar de ketel.
Monteer de rookgaskanalen conform de richtlijnen die met
!
deze kanalen geleverd worden.
De ketel past het luchtdebiet automatisch aan aan het type
!
en de lengte van de kanalen.
De aanzuigleiding van de verbrandingslucht mag niet verstopt
!
zijn, er mogen geen "sifons" aanwezig zijn.
Te lange leidingen zorgen voor verlies aan vermogen van
!
de gaswandketel.
Max. lengte in rechte lijn
(m) van de
concentrische buis
(m) Ø 60-100 mm
2,25
Met afstand in rechte lijn wordt de lengte bedoeld ZONDER
!
bochten, koppelingen en buitengewone drukverliezen. De
bocht die direct op het toestel wordt geplaatst dient niet
ingerekend te worden.
Concentrische afvoer (ø 80-125 mm)
De concentrische kanalen kunnen geplaatst worden volgens
!
de noodwendigheden op de werf. Om gebruik te maken
van het systeem 80-125, dient gebruik te worden gemaakt
van de speciale adapter met code 380125, beschikbaar als
toebehoren.
Voorzie een helling van ongeveer 1%, aflopend naar de
!
ketel. Monteer de rookgaskanalen conform de richtlijnen
die met deze kanalen geleverd worden.
De ketel past het luchtdebiet automatisch aan aan het type
!
en de lengte van de kanalen.
De aanzuigleiding van de verbrandingslucht mag niet
!
verstopt zijn, er mogen geen "sifons" aanwezig zijn.
Te lange leidingen zorgen voor verlies aan vermogen van de
gaswandketel.
HORIZONTALE MONTAGE
Max. lengte in rechte lijn
(m) van de concentrische buis Ø
80-125 mm
5,25
VERTIKALE MONTAGE
Max. lengte in rechte lijn
(m) van de concentrische buis Ø 80-
125 mm
6,25
Met afstand in rechte lijn wordt de lengte bedoeld ZONDER
!
bochten, koppelingen en buitengewone drukverliezen. De
adaptor die direct op het toestel wordt geplaatst dient niet
ingerekend te worden.
Drukverlies in equivalente
buislengte (m) voor bocht:
Bocht 45°
Bocht 90°
0,5
0,8
Drukverlies in equivalente
buislengte (m) voor bocht:
Bocht 45°
Bocht 90°
0,7
1,5
Drukverlies in equivalente
buislengte (m) voor bocht:
Bocht 45°
Bocht 90°
0,7
1,5
Publicité
Table des Matières
