LIEU D'INSTALLATION DE LA CHAUDIERE
Les chaudières
nombreux locaux à condition que l'évacuation des produits
de la combustion et l'aspiration de l'air comburant
s'effectuentà l'extérieur du local d'installation. Dans ce cas,
aucune ouverture d'aération n'est nécessaire dans le local
parce que les
de combustion " étanche " par rapport au lieu d'installation.
Si, au contraire, l'air comburant est prélevé dans le local
d'installation, ce dernier doit disposer d'ouvertures
d'aération conformes aux Normes techniques et de
dimensions adéquates.
Tenez compte de l'espace nécessaire pour accéder
!
aux dispositifs de sécurité et de réglage et pour effectuer
les opérations de maintenance.
Vérifiez si le degré de protection électrique de l'appareil
!
correspond aux caractéristiques du local d'installation.
Si la chaudière est alimentée avec du gaz combustible
!
plus lourd que l'air, placez les parties électriques à plus
de 500 mm de haut.
Les chaudières ne peuvent pas être installées en plein
air car elles ne sont pas conçues pour fonctionner à
l'extérieur et ne disposent pas de systèmes antigel
automatiques.
INSTALLATION DE LA CHAUDIERE
Pour une installation correcte il faut
rappeler que:
- la chaudière ne doit pas être située
sur une cuisinière ou tout autre
appareil similaire;
- les écarts minimaux pour les
interventions
techniques
d'entretien doivent être respectés.
Pour la fixation murale de la chaudière
il faut utiliser le kit platine.
La platine de préraccordement permet
d'effectuer
les
raccordements
hydrauliques avant d'accrocher la
chaudière au mur.
Montage de la platine:
- attachez la plaque de fixation et le
dosseret avec la bande en tôle;
- introduisez les deux languettes du
dosseret
dans
les
rectangulaires placés à l'extrémité
de la bande en tôle, puis refermez
les languettes;
- positionner sur la paroi choisie la
plaque de support et, à l'aide d'un
niveau à bulle d'air, contrôler qu'elle
est parfaitement horizontale;
- tracer les points de fixation;
- enlever la plaque et faire le
percement;
- fixer la plaque au mur par des tasseaux adéquats;
- placez le dosseret d'indication de l'évacuation des fumées
sur la plaque de fixation et percez le trou dans le mur.
BIS peuvent s'installer dans de
BIS sont des chaudières à circuit
et
orifices
INSTALLATIERUIMTE
De gaswandketels
gemonteerd in elke ruimte die voorzien is voor de aanvoer van
de benodigde verbrandingslucht van en de afvoer van de
geproduceerde rookgassen buiten de installatieruimte. De
installatieruimte zelf behoeft verder geen ventilatieopeningen,
aangezien de ketels
verbrandingsruimte hebben ten opzichte van de
installatieruimte. Indien echter de verbrandingslucht wel
degelijk vanuit de installatieruimte betrokken wordt, moet
deze laatste voorzien te zijn van ventilatieopeningen met
voldoende grote afmetingen en conform de geldende normen.
Hou rekening met de nodige ruimte om de
!
veiligheidscomponenten en de inregelorganen te
kunnen bereiken en de nodige onderhoudswerken te
kunnen uitvoeren.
Controleer of de elektrische beschermingsgraad van
!
het toestel in overeenkomst is met de toepassing.
Indien de ketel gevoed wordt met gas dat zwaarder is
!
dan lucht, plaats dan alle elektrische componenten
minimum 50 cm boven vloerniveau.
De ketels mogen niet worden geïnstalleerd in open
lucht omdat deze daar niet voor ontworpen zijn en niet
beschikken over de gepaste beschermingssystemen.
INSTALLATIE VAN DE KETEL
- verwijder de montageplaat en boor de gaten;
- bevestig de montageplaat tegen de muur door middel
van het geschikte bevestigingsmateriaal;
- teken het gat voor de rookgaspijp af en boor het gat door
de muur (enkel indien de rookgasevacuatie gebeurt
vanop de ketel en naar achter toe).
18
BIS kunnen worden
BIS een 'gesloten'
Voor een juiste plaatsing van de ketel,
dient de aandacht te worden
gevestigd op het feit:
- dat de ketel niet gemonteerd mag
worden boven een kookfornuis of
gelijkaardig toestel;
- dat de minimumafstanden dienen
te worden gerespecteerd om
ongehinderd
technische
interventies uit te kunnen voeren.
Voor de bevestiging van de ketel aan
de muur, dient gebruik gemaakt te
worden van de bij de ketel geleverde
montageplaat.
Het voorgemonteerde kranenstel laat
toe om de hydraulische aansluitingen
te realiseren zonder de ketel zelf te
moeten ophangen.
Bevestiging van de montageplaat:
- verbind het kranenstel met de
ophangbeugel door middel van de
Alu-verbindingsplaat;
- plooi de vier lippen over, waardoor
het kranenstel en de ophangbeugel
vast met elkaar verbonden worden;
- plaats het geheel tegen de muur en
controleer (met een waterpas) of
de montageplaat wel degelijk
waterpas hangt ;
- teken de bevestigingsgaten af;