3.
Het zaagblad kan in de gewenste hoek
tussen 90° (0° op de schaal) en 45° links
worden geplaatst.
4.
Draai de vergrendelhendel voor de
afschuinhoek (1) vast om de zaagkop in
de ingestelde hoek te vergrendelen. Vaste
aanslagen zijn op 0° en 45°.
Combinatiezagen
Bij combinatiezagen worden de verstekhoek en
afschuinhoek tegelijkertijd gebruikt.
AFB. 29
1.
Draai de vergrendelhendel voor de
afschuinhoek (1) en voor de zaagkop los
tot de gewenste afschuinhoek. Draai de
vergrendelhendel voor de afschuinhoek
(1) vast.
2.
Draai de instelhendel voor de verstekhoek
(2) los.
3.
Zet de vergrendelarm voor vaste aanslag
(3) omhoog en draai de zaagtafel in de
gewenste hoek.
4.
Laat de vergrendelarm voor de vaste
aanslag (3) los en draai de instelhendel
voor de verstekhoek (2) vast.
Afkorten van brede werkstukken
Volg deze instructies bij het zagen van
werkstukken tot 20 cm om het risico op
persoonlijk letsel en/of materiële schade te
voorkomen.
BELANGRIJK!
•
Zet het te bewerken oppervlak vast met
klemmen of een bankschroef.
•
Laat het blad de maximumsnelheid
bereiken voordat het in contact komt
met het werkstuk. Dit verkleint het risico
dat het werkstuk wordt weggeslingerd.
•
Zaag nooit door het blad te laten zakken
en de zaagkop door het werkstuk naar u
toe te trekken. Het blad kan uit de
zaaggroef worden getrokken en de
zaagkop en het blad kunnen worden
teruggeworpen.
AFB. 30
1.
Draai de vergrendelingsknop voor de
slede (1) los, zodat de zaagkop vrij kan
bewegen.
2.
Stel de gewenste afschuinhoek en/of
verstekhoek in en vergrendel.
3.
Zet het werkstuk (3) altijd vast met de
klem (2).
4.
Trek aan de handgreep met de schakelaar
(4) totdat het midden van het zaagblad
zich boven de voorrand van het werkstuk
(3) bevindt.
5.
Druk op de aan/uit-schakelaar om het
product te starten.
6.
Wanneer het blad de maximale snelheid
heeft bereikt, laat u de handgreep met de
schakelaar langzaam zakken en zaagt u
het werkstuk vanaf de voorkant.
7.
Beweeg de handgreep met de schakelaar
langzaam naar de aanslag en voltooi de
snede.
8.
Laat de schakelaar los en wacht tot het
blad volledig is gestopt met draaien
voordat u de zaagkop optilt en het
werkstuk verwijdert.
Afkorten van gebogen
werkstukken
Gebogen werkstukken moeten vóór het
afkorten tegen de aanslag worden geplaatst
en met de klem (1) worden vastgezet, zoals
weergegeven in de afbeelding. Zorg ervoor
dat u het werkstuk correct positioneert en
probeer het niet te zagen zonder de steun van
de aanslag – dan bestaat het risico dat het
zaagblad vast komt te zitten, wat een risico op
ernstig persoonlijk letsel met zich meebrengt.
AFB. 31
NL
149