NL NEDERLANDS
Pagina 14-15: Justeren
Het justeren vindt in 3
beladingtoestanden plaats.
Toestand 1:
1. Onbeladen voertuig op een
vlakke ondergrond zetten.
2. Dimlicht gedurende het justeren
inschakelen.
36
3. Connector op de justeer-
kabelgroep binnen 30 sec. na het
inschakelen van het dimlicht
samenvoegen. Na 5 sec. gaan de
lichtbundelbreedte-instellers
hoorbaar in hun uitgangspositie.
4. Daarna de connector weer
openen.
5. Correcte licht-donkergrens met
behulp van de stelschroeven aan
de koplampen instellen
(tankstation of werkplaats).
Toestand 2:
6. Beladen 2 x 75 kg of 2
personen in de kofferruimte
7. Connector aan de
justeerleiding-groep ca. 1-3 sec.
samenvoegen en weer openen.
8. De koplampen bewegen
stapsgewijs naar beneden en
naderen geleidelijk aan weer de
correcte licht-donkergrens. Bij het
bereiken van deze grens de
connector onmiddellijk weer
samenvoegen. Na ca. 5 sec.
wordt de instelling opgeslagen,
hetgeen door het eenmalig heen
en weer bewegen van de
lichtbundelbreedte-insteller wordt
weergegeven. Daarna de
connector weer openen. Mocht
de correcte licht-donkergrens per
ongeluk worden overschreden,
dan kan de stapbeweging van de
regelaars door een kort sluiten en
hernieuwd open van de connector
(1-3 sec.) worden omgekeerd.