NL NEDERLANDS
Pagina 12-13: Elektrische
aansluiting
Regelaar tegen spattend water
beschermd met aansluitingen
naar beneden monteren.
Bevestigen met zelftappers of
kabelbinders.
Meegeleverde aansluitkabels
volgens schakelschema correct
aanleggen.
35
Kabelset
E
Stekker op de regelaar steken.
Aansluitkabels uit de motorruimte
langs de bodem van het voertuig
naar de sensor leggen en
aansluiten.
Kabelset
D C
Stekker op de regelaar steken.
Aansluitkabel (bruin) met ringlipje
op de massa aansluiten.
Aansluitkabel (rood) met
#stootverbinder tegen de
#stootverbinder op de
aansluitkabel dimlicht (56b)
vastklemmen.
Kabelset
B
Stekker op de regelaar steken.
Aansluitkabels correct langs de
motorruimte naar de koplampen
leggen. De eindstekkers op de
lichtbundelbreedte-insteller van
de koplampen steken.
Alle aansluitkabels met
kabelverbinders borgen
aan niet beweeglijke auto-
onderdelen.