Energizer EZG Serie Guide Utilisateur page 82

NL
2) Was het element in een oplossing met een huishoudelijk reinigingsmiddel en warm water en spoel deze vervolgens
grondig af; of was het in een niet-ontvlambaar oplosmiddel of een oplosmiddel met een hoog ontvlammingspunt. Laat
het element goed drogen
3) Dompel het element onder in schone motorolie en wring de overtollige olie eruit. Als er nog te veel olie in het
element is achtergebleven, komt er rook uit de motor wanneer deze voor de eerste keer wordt gestart.
4) Plaats het luchtfilterelement en het deksel terug.
ELEM EN T
LU CH TFI LTERELEM EN T
5) De brandstofsedimentbeker reinigen
De sedimentbeker voorkomt dat vuil of water dat zich in de brandstoftank
B RA N D STO FK LEP
bevindt, de carburateur binnendringt. Als de motor gedurende langere tijd
niet is gebruikt, moet de sedimentbeker worden gereinigd.
1) Draai de brandstofklep naar de UIT-stand. Verwijder de sedimentbeker
en de O-ring.
2) Reinig de sedimentbeker en de O-ring in een niet-ontvlambaar
oplosmiddel of een oplosmiddel met een hoog ontvlammingspunt. SED I M EN TBEK ER
3) Plaats de O-ring en de sedimentbeker terug.
4) Draai de brandstofklep naar de AAN-stand en contoleer op lekken.
B RA N D STO FFI LTER
O -RI N G
SED I M EN TB EK ER
6) De bougie onderhouden
Aanbevolen bougies: F5T, F6TC, F7TJC of een gelijkwaardige bougie
Om de juiste werking van de motor te garanderen, moet de bougie juist worden afgesteld en vrij van afzettingen zijn.
Als de motor heeft gedraaid, is de uitlaat erg heet. Zorg ervoor dat u de uitlaatdemper niet aanraakt.
1) Verwijder de bougiedop.
2) Verwijder het vuil dat zich rond de bougie bevindt.
B O U G I ESLEU TEL
3) Gebruik de sleutel die zich in de gereedschapsset bevindt
om de bougie te verwijderen.
4) Controleer visueel de bougie. Gooi de bougie weg als de
isolator gebarsten of afgeschilferd is. Reinig de bougie met een
staalborstel als deze opnieuw wordt gebruikt.
5) Meet de elektrodenafstand met een voelermaat. Maak indien
nodig correcties aan door de zijelektrode voorzichtig te buigen.
PLU G D O P
De afstand moet 0,70-0,80 mm (0,028-0,031 inch) zijn.
6) Controleer of de bougiering zich in een goede staat bevindt en steek de bougie er
handmatig in om te voorkomen dat de draad wordt gekruist.
7) Nadat de bougie is geplaatst, draait u hem vast met een bougiesleutel om de ring
samen te drukken. Als u een nieuwe bougie plaatst, draait u deze een halve slag
nadat de bougie is geplaatst om de ring samen te drukken. Als u een gebruikte
bougie plaatst, draait u deze een achtste tot een kwartslag nadat de bougie is
geplaatst om de ring samen te drukken.
OPMERKING
De bougie moet stevig worden vastgedraaid. Een onvoldoende vastgedraaide bougie kan erg heet worden en
de motor beschadigen. Gebruik nooit bougies met een onjuist warmtebereik. Gebruik alleen de aanbevolen of
gelijkwaardige bougies.
8. VERVOER/OPSLAG
Als u de generator wilt vervoeren, zet u de motorschakelaar en de brandstofklep op UIT. Houd de generator
horizontaal om te voorkomen dat brandstof wordt gemorst. Brandstofdampen of gemorste brandstof kunnen