Energizer EZG Serie Guide Utilisateur page 75

3) Brandstofklep
De brandstofklep bevindt zich tussen de brandstoftank en de carburator. Wanneer de klephendel in de AAN-stand
staat, kan brandstof van de brandstoftank naar de carburator stromen. Zorg ervoor dat de hendel naar UIT wordt
teruggezet nadat de motor is uitgeschakeld.
4) Smoorklep
De smoorklep wordt gebruikt om een verrijkt brandstofmengsel te bieden bij het starten van een koude
motor. Deze kan worden geopend en gesloten door de hendel of staaf van de smoorklep te gebruiken.
Verplaats de hendel of staaf naar de SLUIT-stand om het mengsel te verrijken.
5) Stroomonderbreker
De stroomonderbreker wordt automatisch uitgeschakeld als er een kortsluiting of een aanzienlijke overbelasting van
de generator in de aansluiting voordoet. Wanneer de stroomonderbreker automatisch wordt uitgeschakeld, controleert
u of het apparaat juist werkt en de nominale belastingscapaciteit van het circuit niet wordt overschreden voordat de
stroomonderbreker opnieuw wordt ingeschakeld. De stroomonderbreker kan worden gebruikt om de generator in of uit
te schakelen.
6) Aardingsklem
De aardingsklem van de generator is verbonden met het paneel van de generator, de metalen niet-stroomvoerende
delen van de generator en de aardingsklemmen van elke aansluiting. Voordat u de aardingsklem gebruikt, raadpleegt
u een gekwalificeerde elektricien, een elektro-inspecteur of een plaatselijke instantie die bevoegd is voor lokale
regelgevingen of verordeningen die van toepassing zijn op het beoogde gebruik van de generator.
7) Oliewaarschuwingssysteem
Het oliewaarschuwingssysteem is ontworpen om motorschade te voorkomen die wordt veroorzaakt door onvoldoende
olie in het carter. Voordat het oliepeil in het carter onder een veilige limiet kan dalen, zal het
oliewaarschuwingssysteem de motor automatisch uitschakelen (de motorschakelaar blijft in de AAN-stand staan). Het
oliewaarschuwingssysteem schakelt de motor uit en de motor kan niet worden gestart. Als dit gebeurt, controleert u
eerst de motorolie.
4. DE GENERATOR GEBRUIKEN
1) De generator aansluiten op het elektrische systeem van een gebouw
Aansluitingen voor stand-byelektriciteit op het elektrische systeem van een gebouw moeten worden gemaakt door een
gekwalificeerde elektricien. De aansluiting moet de stroom van de generator isoleren van de netspanning en moet
voldoen aan alle toepasselijke wetten en elektrische regelgevingen.
WAARSCHUWING
K LEPH EN D EL
U I T
A A N
SM O O RSTA N G
O PEN EN
SLU I TEN
STR O O M O N D ERB REK ER
O PEN EN
G ESLO TEN
A A N
U I T
G ESLO TEN
SM O O RH EN D EL
O PEN EN
NL