Gebruik
3
Gebruik
3.1
Algemene aanwijzingen voor het gebruik
3.1.1
Gedrag van de communicatie-eenheid
De communicatie-eenheid wordt al naar gelang de klantwensen met
een
specifiek
aantal
groepen
Aanvullende groepen kunnen met de configuratiesoftware worden
ingesteld.
Zodra de communicatie-eenheid wordt ingeschakeld, start deze in de
fabrieksinstelling met "Groep één".
Dräger adviseert om voor het gebruik en het schakelen tussen de
groepen regels vast te leggen en deze te trainen. Wanneer meerdere
brandweerkazernes
de
communicatie-eenheden
inzetgebied
gebruiken,
moeten
brandweerkazernes
worden
gemeenschappelijke groepen worden gedefinieerd.
Wanneer er meerdere pelotons worden ingezet, moet het eerste
ingezette peloton de hoogste groepsindentificatie kiezen. Volgende of
stand-by staande peletons dienen de groepsidentificaties in dalende
volgorde te gebruiken, om te voorkomen dat pelotons die al zijn
ingezet, worden gestoord.
Wanneer groepsdeelnemers het ontvangstbereik van een groep
verlaten, vormen de communicatie-eenheden automatisch een
nieuwe groep met dezelfde groepscode. Op die manier blijft de
onderlinge
communicatie
gewaarborgd. Zodra groepen met dezelfde groepscode elkaar
tegenkomen, worden deze automatisch tot één groep samengevoegd
(zie pagina 4, afbeelding B en C).
106
voorgeconfigureerd
geleverd.
in
hetzelfde
de
groepen
onder
verdeeld
en
moeten
van
vertrekkende
groepsleden
3.1.2
Indicatie van de bedrijfstoestanden
De communicatie-eenheid geeft middels de LED en geluidssignalen
informatie over bepaalde toestanden (zie eerste uitvouwpagina). Het
knipperen van de LED betekent:
1
Bedrijfsklaar
2
Start
evt. gegevensoverdracht naar de PC
3
Installatie van een update op interne processors
of
uitschakeling
4
Bluetooth-koppeling
5
Bluetooth-verbinding tussen communicatie-eenheid en portofoon
wordt hersteld
6
Waarschuwing: Batterijlading bedraagt nog slechts 25 %
7
Waarschuwing: Batterijlading bedraagt nog slechts 10 %
8
Waarschuwing: Storing
de
9
Waarschuwing: Batterijspanning te laag, de communicatie-
er
eenheid wordt niet ingeschakeld
3.1.3
Aansluiting van toebehoren
De communicatie-eenheid mag op plaatsen waar explosiegevaar kan
heersen alleen met intrinsiek veilige toebehoren worden gebruikt. Als
toebehoren wordt gebruikt, dat niet door Dräger is goedgekeurd,
dienen de parameters te worden aangehouden die in de bijsluiter
9031244 staan gespecificeerd.
AANWIJZING
i
i
De spraakkwaliteit van de communicatie-eenheid kan door
de aangesloten portofoon en de instellingen van deze worden
beïnvloed.
Dräger FPS-COM 7000