D E LUCHT W OR DT NIE T V OL L ED I G UI T D E Z A K G E Z O G E N
1. Om ervoor te zorgen dat de zak goed wordt geseald, moet het open uiteinde
van de zak volledig en zonder vouwen in de vacuümkamer liggen.
2. Controleer of de sealstrip en de dichtingen van de vacuümkamer vrij zijn van
vuil en juist zijn gepositioneerd. Daarnaast mogen de dichtingen niet gebroken
of poreus zijn. Reinig de dichtingen en de sealstrip.
3. Controleer of er een gat in de zak zit. Om dit te controleren sealt u de zak met
nog wat lucht erin en dompelt u hem vervolgens onder in water. Als er bellen
ontstaan, is de zak lek en moet u een nieuwe zak gebruiken.
4. Gebruik uitsluitend de vacuümfolie en vacuümzakken van Solis!
5. Misschien is de zak niet helemaal goed geseald omdat er kruimels, vet of vocht in
de sealnaad zat of omdat het uiteinde van de zak niet helemaal glad en vouwvrij
was. Open de zak, reinig de binnenkant van het uiteinde van de zak, de sealstrip
en het aandrukrubber en let erop dat het uiteinde van de zak volledig vlak in de
vacuümkamer ligt.
6. Controleer of het deksel is gesloten. Is het mogelijk om het deksel te openen
zonder dat u daarvoor de ontgrendelknop moet indrukken, dan betekent dit
dat het deksel niet luchtdicht was gesloten. Om deze reden moet u tijdens het
sealen altijd met een hand vooraan in het midden het deksel omlaag drukken.
HE T A PPA R AAT S EA LT N IET N A HE T VA C U M E RE N
1. In het apparaat zit een vacuümdruksensor. Is er niet voldoende druk, dan wordt
het sealproces niet automatisch uitgevoerd. Controleer de sealstrip en dichtingen
op vuil en reinig indien nodig. Controleer ook de correcte plaatsing en start het
apparaat opnieuw op.
2. Controleer of dichtingen gebroken of verdraaid zijn. Plaats de dichting opnieuw
of vervang ze door nieuwe dichtingen. Solis of een Solis-erkend servicepunt bij
u in de buurt helpen u graag verder.
3. Controleer of er een gat in de zak zit. Om dit te controleren sealt u de zak met
nog wat lucht erin en dompelt u hem vervolgens onder in water. Als er bellen
ontstaan, is de zak lek en moet u een nieuwe zak gebruiken.
4. Misschien is de zak niet helemaal goed geseald omdat er kruimels, vet of vocht in
de sealnaad zat of omdat het uiteinde van de zak niet helemaal glad en vouwvrij
was. Open de zak, reinig de binnenkant van het uiteinde van de zak, het aan-
drukrubber en de sealstrip en let erop dat het uiteinde van de zak volledig vlak
in de vacuümkamer ligt.
126
NA H E T SE ALE N KO MT ER OPN IE U W L UC HT I N DE ZA K
1. Misschien is de zak niet helemaal goed geseald omdat er kruimels, vet of vocht in
de sealnaad zat of omdat het uiteinde van de zak niet helemaal glad en vouwvrij
was. Open de zak, reinig de binnenkant van het uiteinde van de zak, het aan-
drukrubber en de sealstrip en let erop dat het uiteinde van de zak volledig vlak
in de vacuümkamer ligt.
2. Sommige levensmiddelen produceren natuurlijke gassen of gisten, zoals fruit en
groenten. Als u vermoedt dat dit is gebeurd, opent u de zak en controleert u de
levensmiddelen. Als ze gisten, gooit u de zak weg. Temperatuurschommelingen
in de koelkast kunnen ook vacuüm verpakte maaltijden bederven. Gooi bij twijfel
de levensmiddelen altijd weg.
3. Vacumeer geen hete of warme levensmiddelen! Tijdens het afkoelen verliezen
warme of hete levensmiddelen volume en lijkt het alsof er opnieuw lucht in de
zak zit.
4. Controleer of er een gat in de zak zit waarlangs lucht is binnengedrongen.
Scherpe kanten van levensmiddelen moeten altijd met gevouwen keukenpapier
worden afgedekt zodat ze kanten geen gaten kunnen veroorzaken.
DE ZAK S ME LT OF W OR DT NI E T GOE D GES E ALD
Mocht de sealstrip of het aandrukrubber oververhitten, dan kan de zak smelten.
Haal in dergelijke gevallen de stekker uit het stopcontact, open het deksel en laat
alle onderdelen minstens 5 minuten afkoelen.
127