HET VA CUM E R EN VOO R BE WA RIN G I N E E N V RIE Z E R
1. Gebruik bij voorkeur altijd verse levensmiddelen.
2. Gevoelige producten zoals vlees, vis, bessen etc. moeten altijd eerst worden
ingevroren, zodat ze niet worden geplet tijdens het vacumeren.
Levensmiddelen kunnen tot 24 uur worden ingevroren zonder dat er vriesbrand
optreedt – deze omstandigheden kunnen we nuttig gebruiken. U verdeelt de
levensmiddelen het best in porties voor u ze invriest. Zodra ze zijn bevroren (na
ongeveer 24 uur), vacumeert u de levensmiddelen in een Solis-vacuümzak en
legt u hem weer terug in het vriesvak.
3. Wilt u soepen, stoofschotels of andere vloeibare levensmiddelen vacumeren en
invriezen, dan moet u ze bevriezen tot ze een vaste consistentie hebben. Na het
vacumeren kan het levensmiddel terug in het vriesvak worden gelegd.
4. Voor producten met veel vocht geldt dezelfde procedure. Het binnendringen van
vloeistoffen in het vacuümsysteem kan het apparaat beschadigen. Dit valt niet
onder de garantie.
5. Wilt u levensmiddelen eerst vacumeren en pas daarna invriezen, dan moet de
zak 5 cm langer zijn omdat het levensmiddel in bevroren toestand toeneemt in
volume.
6. Verse groenten moet u schillen, schoonmaken en kort voor het vacumeren in
kokend water blancheren (of indien nodig doorverwarmen in de magnetron).
Hierdoor blijven de groenten knapperig. Na afkoelen vriest u ze in geschikte
porties in vacuümzakken in.
7. Als u vis of vlees zonder vooraf invriezen vacuüm wilt verpakken en invriezen,
raden wij u aan om ze met keukenpapier in te wikkelen en in de Solis-vacuüm-
zak te leggen zodat het keukenpapier het overtollige vocht kan absorberen.
Levensmiddelen die in meerdere lagen moeten worden gevacumeerd (zoals
hamburgers, pannenkoeken of tortilla's) kunnen het beste door middel van
stukjes bakpapier van elkaar gescheiden in de zak worden geplaatst.
O NTD O O IEN VAN ING EVRO REN S O LIS -VA C U Ü MZ A K K E N
Het ontdooien van vlees, vis, fruit, groenten en andere gevoelige producten: deze
levensmiddelen moeten langzaam in de zak in de koelkast worden ontdooid.
Het ontdooien van brood en gebak: deze levensmiddelen kunnen bij kamertem-
peratuur worden ontdooid. Snij in dit geval de zak open zodat de damp kan ont-
snappen.
In ieder geval na het ontdooien direct consumeren en nooit opnieuw invriezen.
120
WAARO M BLI J VEN VACU Ü M V ERPAK TE
s
LEV ENSMI D DELEN LA NGER GO ED?
1. Chemische reacties van levensmiddelen met lucht en vocht, zoals enzymreacties,
de opbouw van micro-organismen of verontreiniging door insecten kunnen
levensmiddelen bederven.
2. De voornaamste reden waarom levensmiddelen voedingsstoffen, structuur en
smaak verliezen, is de zuurstof in de lucht. De opbouw van micro-organismen
ontstaan meestal doordat de lucht enerzijds vocht uit de levensmiddelen ont-
trekt en anderzijds omgevingsvocht toevoegt als ze niet luchtdicht zijn verpakt.
Bevroren levensmiddelen krijgen in de lucht van het vriesvak vaak vriesbrand.
3. Het vacuümsysteem onttrekt tot 90% lucht uit de verpakking. Omdat lucht voor
ongeveer 21% uit zuurstof bestaat, betekent dit dat er slechts 2–3% zuurstof
in de vacuüm verpakte zak overblijft. Bij een zuurstofgehalte van 5% of minder
kunnen de meeste microbacteriën zich niet meer vermeerderen.
4. In het algemeen kan men micro-organismen in drie categorieën indelen: schim-
mel, gistzwammen en bacteriën; ze zijn overal aanwezig, maar kunnen alleen
onder bepaalde omstandigheden schade veroorzaken.
5. In een omgeving met weinig zuurstof of zonder vocht kan schimmel niet ont-
staan. In vocht, suiker en warme temperaturen kunnen gistzwammen zich met
of zonder lucht uitbreiden. Koelen vertraagt de groei van zwammen en invriezen
stopt de groei volledig.
6. Bacteriën kunnen zich met en zonder lucht verspreiden.
Een van de gevaarlijkste bacteriesoorten is clostridium botulinum. Die kan zich
onder bepaalde omstandigheden ook zonder lucht verspreiden – zij hebben
slechts een temperatuur nodig tussen 4 °C en 46 °C. Ze verspreiden zich in niet
zure levensmiddelen, in een omgeving met weinig zuurstof en bij een tempera-
tuur die een lange tijd hoger is dan 4 °C.
7. In bevroren, gedroogde of zure levensmiddelen of levensmiddelen die veel zout
of suiker bevatten, kan de botulinumbacterie niets.
De volgende levensmiddelen kunnen door botulinum worden geïnfecteerd:
– Levensmiddelen zonder zuur, zoals vlees, zeevruchten, gevogelte, vis, eieren,
paddenstoelen en in loog geconserveerde olijven
– Levensmiddelen met weinig zuur, zoals de meeste groentesoorten
– Levensmiddelen met gemiddeld zuur, zoals tomaten, uien, chilipepers, vijgen
en komkommers.
8. Om deze zogenoemde "delicate" levensmiddelen kort te bewaren, legt u ze in
de koelkast. Om ze langer te bewaren legt u ze in het vriesvak en moeten ze na
opwarmen onmiddellijk worden genuttigd.
121