APPARA ATBE S CH RIJV IN G
s
9
6
110
1
2
3
10
▼
5
4
8
7
10
11
APPARA ATB ESC H RI JV I NG
s
1
Functieknop Seal
– voor het sealen van zakken.
2
Functieknop VAC Seal / STOP
– om automatisch een zak te vacumeren en te sealen of het apparaat te
stoppen.
De exacte beschrijving van de functieknoppen vindt u op pagina 112.
3
Apparaatdeksel
4
Ontgrendelknop
– door deze knop in te drukken wordt het apparaatdeksel ontgrendeld en kan
het worden geopend. LET OP: Druk op het voorste gedeelte van het appa-
raatdeksel om het te sluiten, niet op de ontgrendelknop!
5
Aandrukrubber
– het tegenstuk van de sealstrip waarmee het uiteinde van de zak glad tegen
de sealstrip wordt aangedrukt en optimaal wordt geseald.
6
Luchtaanzuigopening
– om de lucht uit de vacuümzak te zuigen.
7
Vacuümkamer
– hier ligt het open uiteinde van de zak, zodat het lucht kan worden wegge-
zogen.
8
Sealstrip
– de sealstrip wordt warm en sealt het uiteinde van de zak met een sealnaad.
9
Bovenste en onderste dichting
– om het uiteinde van de zak tijdens het vacumeren luchtdicht te sealen en lucht
weg te zuigen.
10 Stroomkabel
11 Rubberen antislipvoetjes
– zorgen voor een stabiele stand tijdens gebruik.
111