De gazontrekker reinigen
WAARSCHUWING!
Gevaar bij het ommonteren van de
bescherming van het maaiwerk.
De gazontrekker mag alleen bij een uit-
geschakelde motor en een uitgenomen
contactsleutel omgemonteerd worden.
Voor het ommonteren van de werking van de zij-
delingse uitwerper dient er als volgt te werk te
worden gegaan:
1. Zet de motor uit.
2. Neem de contactsleutel uit en bewaar hem
ontoegankelijk voor onbevoegden.
3. Til het kanaal (24/1) voor de zijdelingse uit-
werper op (24/a).
4. Plaats de mulchsluiting (24/2) aan het maai-
werk (24/b).
5. Vergrendel de mulchsluiting met de klem
(24/3, 24/c).
6. Controleer de juiste montage van de mulch-
sluiting (24/2).
Bij de uitvoering met maaibreedte 110 cm (25)
Verwijderen van de mulchsluiting (25/1):
1. Neem de klemmen (25/2) los.
2. Neem de mulchsluiting uit de houder (25/3).
7.5.4.5
Maaitijd
Houd er rekening mee dat gras op verschillende
tijdstippen anders groeit. Wij adviseren om bij het
begin van de lente een kortere maaitijd te kiezen.
Vergroot het maai-interval wanneer het gras in de
loop van het jaar minder snel gaat groeien.
Kon het gras een poosje niet gemaaid worden,
kies dan eerst een hogere maaihoogte-instelling
en maai het twee dagen later nog eens met een
lagere maaihoogte-instelling.
7.5.4.6
Hoog gras maaien
Maai het gras, wanneer dit langer is dan gewoon-
lijk of te vochtig, met een hogere maaihoogte-in-
stelling. Maai het gras aansluitend nog eens met
de lagere, normale instelling.
7.5.4.7
Snijmessen onderhouden
Zorg tijdens het hele maaiseizoen voor een
scherp snijmes om te voorkomen dat de grashal-
men afscheuren en versnipperen. Afgescheurde
grashalmen krijgen bruine randen. Daardoor
groeit het gras minder snel en is het vatbaarder
voor ziektes.
■
Controleer de scherpte van de snijmessen na
elk gebruik en let op tekens van slijtage of
schade! Ga indien nodig naar de service-
werkplaats.
■
Gebruik bij vervanging enkel originele reser-
vemessen.
8 DE GAZONTREKKER REINIGEN
Voor een optimale werking en een lange levens-
duur moet de gazontrekker regelmatig worden
gereinigd.
Reinig de gazontrekker na elk gebruik en verwij-
der aanklevend vuil.
Gebruik geen hogedrukreiniger om te reinigen.
De waterstraal van een hogedrukreiniger of van
een tuinslang kan de elektronica of de lagers be-
schadigen.
Zorg ervoor dat vooral motor, transmissie en op-
rolmechanismen, alsook de volledige elektronica
niet in aanraking komen met water.
WAARSCHUWING!
Gevaar bij het reinigen!
Voor alle reinigingswerkzaamheden
geldt:
■
zet de motor af en trek de contacts-
leutel uit.
■
Trek de stekker(s) van de bou-
giedoppen uit.
■
Nadat deze gereinigd zijn, moeten
verwijderde beveiligingsvoorzienin-
gen opnieuw worden gemonteerd.
■
RISICO OP BRANDWONDEN: rei-
nig de gazontrekker pas wanneer
die is afgekoeld. Motor, transmissie
en uitlaatdemper zijn zeer heet!
■
RISICO OP SNIJWONDEN: let bij
werkzaamheden aan snijwerktuigen
op de scherpe messen. Bij maai-
werktuigen met meerdere messen
kan de beweging van het ene snij-
werktuig de beweging van het ande-
re veroorzaken!
8.1
De behuizing, motor en transmissie
reinigen
Spuit de motor en alle lagers (wielen, transmis-
sie, meslager) niet met water of een hogedrukrei-
niger schoon.
Water dat binnendringt in het ontstekingssys-
teem, de carburateur en het luchtfilter kan storin-
gen veroorzaken. Water in de lagers kan leiden
tot verlies van smering en dus tot vernieling van
de lagers.
57