4.4
ONDERHOUDSPOSITIE,
Voor onderhoud aan de brander te verrichten, moet de
spanning van de installatie gehaald worden.
Draai de bevestigingsmoer van de flens los en verwij-
der hem om de brander van de ketel te verwijderen.
Haak de brander aan de flens (7), draai de schroeven
(5) los en trek dan het branderkopsysteem (4) weg.
Draai de schroef (3, fig. 14 pag. 9) los om de spiraal-
houder (3) van de verstuiverhouder (1) te verwijderen.
Trek de kabels (2) van de elektroden.
Vervang de verstuiver (6) en draai hem goed aan
zoals aangeduid in figuur 11.
Monteer alles weer in de omgekeerde volgorde als
dat hierboven beschreven is.
OPGELET
Als er onderhoud aan de verstui-
verhouder uitgevoerd wordt, dan
moet de moer (A) aangedraaid
worden zoals in figuur 12 ge-
toond is.
VASTSCHROEVEN MAAR
NIET HELEMAAL TOT AAN
DE AANSLAG
4.5
AFSTELLING BRANDERKOP,
De regeling van de branderkop varieert naar gelang
het debiet van de brander. Voor de regeling als volgt
te werk gaan:
Draai de stelschroef (2) in de richting van de klok of
tegen de richting van de klok in totdat het streepje op
de regelaar (3) overeenkomt met de buitenkant van
de verstuiverhouder (1).
In het voorbeeld is de regelaar (3) afgesteld op
streepje 3; dit betekent dat de brander afgesteld is
voor een debiet van 2,7 kg/h met de pompdruk op 12
bar en met gebruik van een verstuiver van 0,75 GPH,
zoals aangegeven in de tabel met betrekking tot de
brander type 370T1.
4.6
AFSTELLING LUCHTKLEP
Om de luchtklep af te stellen, als volgt te werk gaan:
Draai de moer (5, fig. 13) los en stel de klep af door
middel van de schroef (4).
Na de regeling uitgevoerd te hebben, de moer (5)
weer aandraaien.
Type 370T1 - BGK1
Wanneer de brander stopt sluit de luchtklep automa-
tisch, tot een maximale onderdruk in de schouw van 0,5
mbar.
Type 374T1 - BGK2
Wanneer de brander stopt blijft de luchtklep open.
3192
(fig. 11)
Fig. 12
A
D5684
(fig. 13)
Fig. 13
8
NL
4
3
2
1
E9286
2
D7291
Fig. 11
5
6
7
4
5
1
3
1