Dexxo Pro RTS
[3]. Stel de sluitstand naar wens in met behulp van de "+" en "-" toetsen.
Laat de "-" toets los voordat de motor blijft doorduwen tegen de
gesloten deur.
[4]. Druk op "oK" om de sluitstand te bevestigen en de autolearning
cyclus op te starten.
De deur voert een complete openen/sluiten-cyclus uit.
- Als de autolearning met succes is voltooid verschijnt "C1" op het display.
- Als de autolearning is mislukt verschijnt "s1" op het display.
Tijdens de auto-learning:
- kunt u (als de deur in beweging is) de beweging stopzetten en de autolearning
onderbreken door op ongeacht welke toets te drukken.
- kunt u (als de deur stilstaat) de autolearning modus verlaten door op "set"
te drukken.
U kunt op elk gewenst moment naar de autolearning modus gaan, ook als er
al een autolearning cyclus uitgevoerd en staat er op het display "C1" vermeld.
WAArsCHuWIng
Controleer aan het einde van de installatie beslist of de obstakeldetectie
voldoet aan de vereisten van bijlage A van de norm en 12 453.
4.3 Inlezen van de afstandsbedieningen voor de
werking met «geheel openen» - Fig. 17
Er kunnen tot 32 bedieningskanalen ingelezen worden.
Als u een reeds ingelezen kanaal nog een keer inleest wordt het kanaal weer
gewist.
In dit stadium van de installatieprocedure is de dexxo Pro motor klaar
voor gebruik.
5 - WerKIngstest
5.1 Afstandbedieningen gebruiken - Fig. 18
5.2 Werking van de obstakeldetectie - Fig. 19 en 20
Bij het detecteren van een obstakel tijdens het opengaan stopt de deur
onmiddellijk (Fig. 19).
Bij het detecteren van een obstakel tijdens het sluiten gaat de deur onmiddellijk
weer open (Fig. 20).
Controleer of de obstakeldetectie goed werkt als de deur op een 50 mm hoog
obstakel stuit dat op de vloer geplaatst is.
5.3 Werking van de geïntegreerde verlichting
De verlichting brandt telkens de motor geactiveerd wordt. De verlichting gaat
automatisch 1 minuut na het einde van de beweging uit. Deze wachttijd
kan worden aangepast (Zie deel 7). Bij snel achter elkaar gebruiken blijft de
lamp continu branden. In dat geval kan het
gebeuren dat de lamp automatisch uitgeschakeld wordt door de
oververhittingbeveiliging.
5.4 Informatie van de gebruikers
Informeer altijd alle gebruikers over het veilig gebruiken van deze deur
(standaard gebruik en ontgrendelingsprincipe) en over de verplichte periodieke
controles.
6 - AAnsLuIten VAn de
rAndAPPArAtuur
6.1 Beschrijving van de randapparatuur - Fig. 21
nr. in Abb.
Beschreibung
1
Oranje lamp
2
Buitenverlichting
3
Codeklavier
4
Sleutelschakelaar
5
Antenne
6
Noodbatterij
7
Loopdeurbeveiliging
8
Fotocellen
9
Reflexcel
10
Onderdorpelbeveiliging
11
Sirene
Copyright © 2015 Somfy SAS. All rights reserved
6.2 randapparatuur op de voeding aansluiten -
Fig. 21 t/m 30
Schakel de elektrische voeding van de motor uit voordat u welke handeling dan
ook uitvoert op de perifere apparatuur. Als het display na het uitvoeren
van de handelingen uit blijft moet u de bedrading controleren (er is mogelijk
sprake van kortsluiting of een omkering van de polariteit).
elektrisch schema van de installatie (Fig. 21)
Fotocellen (Fig. 22)
Er kan op twee manieren aangesloten worden:
A : Standaardaansluiting (zonder zelftest): programmeer parameter "P2" = 2.
B : Aansluiting met zelftest: programmeer parameter "P2" = 1.
Bij
deze
manier
van
aansluiten
van de fotocellen getest bij elke beweging van de deur.
Als de werkingstest negatief is kan de deur niet bewegen.
reflex fotocel (Fig. 23)
Aansluiting met zelftest: programmeer parameter "P2" = 1.
Bij deze manier van aansluiten wordt de goede werking van de fotocel getest
bij elke beweging van de deur.
Als de werkingstest negatief is kan de deur niet bewegen.
onderdorpelbeveiliging (Fig. 24)
Met zelftest: programmeer parameter "P2" = 1.
Bij deze manier van aansluiten wordt de goede werking van de sensorbalk
getest bij elke beweging van de deur.
Als de werkingstest negatief is kan de deur niet bewegen.
Parameter "P2" moet verplicht geprogrammeerd worden voor een
goede werking van de fotocellen of de onderdorpelbeveiliging.
oranje lamp (Fig. 25)
Programmeer parameter "P1" afhankelijk van de gewenste werkingsmodus:
- Zonder voormelding vóór beweging van de deur: "P1" = 0.
- Met voormelding 2 sec. vóór beweging van de deur: "P1" = 1.
Codeklavier (Fig. 26)
Loopdeurbeveiliging (Fig. 27)
Bij het aanbrengen van het loopdeurcontact moet u dit contact aansluiten op de
plaats waar nu een brug zit tussen de klemmen 5 en 6 van het klemmenblok.
Het is noodzakelijk om de brug tussen de klemmen 5 en 6 terug te
plaatsen indien het contact van de loopdeur verwijderd wordt.
Batterij (Fig. 28)
Antenne (Fig. 29)
Buitenverlichting (Fig. 30)
Elke extra aangesloten verlichting moet van Klasse 2 zijn (dubbele isolatie).
Er kunnen meerdere verlichtingen aangesloten worden maar het totale
vermogen mag niet groter zijn dan 500 W.
sirene
Raadpleeg het installatiehandboek voor meer details over het aansluiten van
de sirene.
Programmeer de parameter "Pb" om de sirene te activeren:
- Sirene niet actief: "Pb" = 0.
- Sirene actief: "Pb" = 1 of "Pb" = 2.
wordt
de
goede
werking
7