Klem vóór werkzaamheden aan de elektrische installatie
de accu af.
VOORZICHTIG
Verwondingsgevaar door per ongeluk opstartend
voertuig
Vooraleer u het voertuig reinigt en onderhoudt, onderdelen
vervangt of op een andere functie omstelt, schakelt u het
voertuig uit en trekt u de contactsleutel eruit.
VOORZICHTIG
Verbrandingsgevaar door hete oppervlakken en be-
drijfsstoffen
Laat het voertuig voor alle onderhouds- en reparatiewerk-
zaamheden voldoende afkoelen.
LET OP
Vloeistoffen zoals motorolie, hydraulische olie, remvloei-
stof, diesel of koelvloeistof niet in het milieu terecht laten
komen. Voer deze vloeistoffen op een milieuvriendelijke
manier af.
LET OP
Reparatiewerkzaamheden mogen alleen door erkende
klantenservices of door experts op dit gebied worden uit-
gevoerd en die met alle relevante veiligheidsvoorschriften
vertrouwd zijn.
Laswerkzaamheden aan het voertuig of het voertuigframe
zijn niet toegestaan.
12.2 Servicelampje
Het servicelampje brandt wanneer het betreffende onder-
houd moet worden uitgevoerd.
Het servicelampje knippert op het display:
12.4 Onderhoudsschema voertuig (door klant uit te voeren)
Pos. Bouwgroep
1
Stoffilter cabine
2
Besturing
3
Koelvloeistofexpansievat
4
V-snaar
5
Schroefverbindingen
6
Motorluchtfilter
7
Motorolie
8
Motoroliefilter
9
Hydraulische olietank
286
Handeling
Op verontreiniging controleren.
Verontreinigde stoffilters reinigen of ver-
vangen.
Vervangen
Visuele controle
De lagers van de stuurcilinder op speling
controleren.
Koelvloeistofpeil controleren.
Mengverhouding water/antivriesmiddel
controleren.
Spanning controleren.
Visuele controle, indien nodig aantrek-
ken.
Op verontreiniging controleren.
Verontreinigde motorluchtfilter reinigen of
vervangen.
Vervangen
Oliepeil voor het begin van de rit controle-
ren.
Vervangen
Vervangen
Peil hydraulische olie controleren.
Nederlands
● Voor de eerste keer na 50 draaiuren wanneer de eerste
inspectie moet worden uitgevoerd.
● De volgende service na 250 draaiuren.
● Daarna om de 500 draaiuren.
Instructie
Het servicelampje moet door de servicedienst worden ge-
reset.
12.3 Onderhoudstermijnen
Instructie
Om tegemoet te komen aan garantie-eisen moeten tijdens
de garantielooptijd alle service- en onderhoudswerkzaam-
heden door de geautoriseerde Kärcher-servicedienst con-
form de inspectiechecklist worden uitgevoerd.
● Dagelijks voor aanvang van het werk, zie hoofdstuk 7.2
Veiligheidscontrole.
● Na natte reiniging van het voertuig alle lagers doorsme-
ren.
● Naar behoefte de veiligheidskeuring volgens de plaat-
selijk geldende voorschriften door de servicedienst la-
ten uitvoeren.
● De termijnen voor de controle- en onderhoudswerk-
zaamheden door de klant zijn te vinden in de onder-
staande tabel.
Verdere onderhoudswerkzaamheden moeten door de
servicedienst na 250, 500 (jaarlijks), 1000, 1500 of 2000
draaiuren conform de inspectiechecklijst worden uitge-
voerd. U gelieve op tijd contact op te nemen met de ser-
vicedienst.
Dagelijks Wekelijks
X
X
om de 500 uur
of jaarlijks*
X (afhanke-
X
lijk van de
omgeving-
somstandig-
heden)
X (indien nodig
vroeger)
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X (indien nodig
vroeger)
X
X
X