Deze bezit een hellingsverstelling.
3-puntsopname
1
Trekstang
2
Bevestiging voor topstang
3
Bout hellingverstelling
4
Bout beveiliging frontkrachttiller
5
Hellingsverstelling
1. Bout hellingsfunctie uittrekken, het aanbouwapparaat
kan pendelen.
2. Bij volledig opgetild aanbouwapparaat wordt het appa-
raat horizontaal uitgelijnd.
9.3.2 Aanbouwapparaat aan 3-puntsopname
monteren
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door aanbouwapparaten
Beweeg of bouw geen aanbouwapparaten aan als zich
personen in de gevarenzone bevinden.
VOORZICHTIG
Beschadigingsgevaar door verkeerde montage
Controleer na de montage van het aanbouwapparaat of bij
het hijsen geen bestuurderscabine of aanbouwdelen be-
schadigd kunnen worden.
LET OP
Neem voor het vermijden van een foute montage de af-
beeldingen en aanbouwaanwijzingen in acht.
Instructie
Voldoende plaats tot de bestuurderscabine of opbouween-
heden moeten in acht worden genomen. Aanrakingen
moeten worden uitgesloten.
Met het gewicht van het aanbouwapparaat rekening hou-
den. Zware aanbouweenheden zo dicht mogelijk tegen het
voertuig aanbrengen.
1. Tegen het aanbouwapparaat rijden.
2. Trekstang met het aanbouwapparaat verbinden.
3. Aanbouwapparaat met 2 bouten bevestigen en bouten
met borgclip beveiligen.
4. Topstang met het aanbouwapparaat verbinden en bor-
gen.
Volgende beschrijving voor de juiste/foute montage van
de topstang in acht nemen.
Foute montage van de topstang
280
1 De bovenste verbinding (topstang) van het voertuig met
het aanbouwapparaat is niet juist gemonteerd. De hoek
t.o.v. de onderste bevestiging wijkt te zeer af.
2 Wordt het aanbouwapparaat zo opgetild, dan leidt dit tot
het plots inklappen in de richting van de bestuurdersca-
bine en hierdoor tot beschadiging van de voorruit of an-
dere aanbouwdelen.
3 Hoe meer de hoek van de bovenste t.o.v. de onderste
bevestiging afwijkt, hoe meer het aanbouwapparaat bij
het optillen naar achteren wordt gekanteld.
Juiste montage van de topstang
1 De bovenste verbinding van het voertuig met het aan-
bouwapparaat is niet juist gemonteerd. De hoek van de
verbinding is veel vlakker dan bij een fout gemonteerde
verbinding. Hierdoor wordt verhinderd dat het bij het op-
tillen van het aanbouwapparaat tot een beschadiging
van de bestuurderscabine komt.
9.3.3 4-puntsopname (optioneel)
De 4-puntsopname wordt aan de frontkrachttiller aange-
bracht en met 2 bouten beveiligd.
Deze bezit een hellingsverstelling.
4-puntsopname
1
Centrale vergrendelingshendel
2
Onderste opname
3
Bovenste opname
4
Bout hellingsverstelling
5
Hellingsverstelling
1. Bout hellingsfunctie aftrekken; het aanbouwapparaat
kan pendelen.
Nederlands