Koppelingsstekker
1
Koppelingsmof
2
Ring
3
1. Ring van de koppelingsmof naar beneden trekken en
vasthouden.
2. Koppelingsstekker van de hydraulische slang van het
aanbouwapparaat in de koppelingsmof drukken.
3. Ring van de koppel loslaten. Op veilig vastklikken con-
troleren.
4. Om te ontkoppelen de ring naar beneden trekken, vast-
houden en de hydraulische slang eruit trekken.
9.2
Het voertuig ballasten
Instructie
De vooras van het voertuig moet altijd worden belast met
ten minste 30%, de achteras altijd met ten minste 30% van
het leeggewicht van het voertuig.
Controleer voor de aanschaf van het hulpstuk of aan deze
eisen is voldaan door de combinatie voertuig-werktuig te
wegen.
Voor de bepaling van het totale gewicht, de aslasten en de
bandlastcapaciteit en de vereiste minimale ballast zijn de
volgende gegevens vereist:
● alle gewichten in kg (weeg voertuig, indien nodig)
● Alle afmetingen in meter (m)
TL
(kg) = Leeggewicht van het voertuig
TV (kg) = Voorasbelasting van het lege voertuig *
TH (kg) = Achterasbelasting van het lege voer-
tuig
GH (kg) = Totaal gewicht achterbevestiging / ach-
terballast
GV (kg) = Totaal gewicht frontbevestiging / voor-
ballast
a
(m) = Afstand tussen zwaartepunt voorste
bevestiging (voorballast) en midden
vooras, max. = 0,86 m
b
(m) = Wielbasis van het voertuig
c
(m) = 0,56
d
(m) = Afstand tussen het midden van het be-
vestigingspunt aan de werktuigzijde en
het zwaartepunt van de achterste be-
vestiging / achterballast
* zie hoofdstuk "Technische gegevens"
** zie gebruiksaanwijzing van het hulpstukbijlage
*** afmeten
9.2.1 Berekening van de minimum ballast voor bij
aanbouwapparatuur achterop
1. Resultaat in de tabel noteren.
9.2.2 Berekening van de minimum ballast achterop bij
frontaanbouwapparatuur
Waarde "x" zie opgaven van de fabrikant indien geen op-
gave, x = 0,45.
1. Resultaat in de tabel noteren.
9.2.3 Berekening van de daadwerkelijke
voorasbelasting
1. Wordt met de frontaanbouwapparatuur (GV) de vereiste
minimum ballast front (GV min) niet bereikt dan moet
het gewicht van de frontaanbouwapparatuur tot het ge-
wicht van de minimum ballast aan de voorkant ver-
hoogd worden.
2. De daadwerkelijk berekende en in de handleiding van
de werkmachine aangegeven toegestane voorasbelas-
ting in de tabel invoeren.
9.2.4 Berekening van het werkelijke totale gewicht
1. Wordt met het achteraanbouwapparaat (GH) de vereis-
te minimumballast achteraan (GH min) niet bereikt,
moet het gewicht van het achteraanbouwapparaat tot
het gewicht van de minimumballast achteraan worden
verhoogd.
9.2.5 Berekening van de daadwerkelijke
achterasbelasting
*
*
**
1. Resultaat in de tabel noteren.
9.3
Aanbouwmogelijkheden vooraan
**
9.3.1 3-puntsopname (optioneel)
**
De 3-puntsopname wordt aan de frontkrachttiller aange-
***
bracht en met 2 bouten beveiligd.
Nederlands
*
***
**
***
279