Activeren of deactiveren van het weeralarm:
1. Blader in het functiemenu naar Alarm met de pijltjestoetsen. In het functiemenu ziet
u de huidige status van het alarm.
2. Druk op Suunto. Het On/Off [aan/uit] veld wordt geactiveerd.
3. Wijzig het veld in On [aan] of Off [uit] met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
Wanneer het weeralarm afgaat zal het alarmsymbool flikkeren en de achtergrond-
verlichting aan gaan. Druk op een willekeurige toets op het weeralarm te reageren.
3.4.5. Memory [Geheugen]
Het geheugen slaat weerinformatie van de afgelopen 48 uur op. Wanneer u door de
opgeslagen informatie bladert, ziet u de informatie in deze volgorde:
•
Maximum luchtdruk op zeeniveau tijdens de gemeten periode, tijd en datum.
•
Minimum luchtdruk op zeeniveau tijdens de gemeten periode, tijd en datum.
•
Maximum temperatuur tijdens de gemeten periode, tijd en datum..
•
Minimum temperatuur tijdens de gemeten periode, tijd en datum..
•
Luchtdruk op zeeniveau en temperatuur in relatie tot de tijd en datum beginnend
vanaf het huidige moment. De eerste 6 uur worden weergegeven in intervallen
van 1 uur, de volgende 42 uur in intervallen van 3 uur.
N.B.: Indien de Use functie op Alti staat, is de barometrische waarde, opgeslagen in
het geheugen, altijd hetzelfde.
Bekijken van de weersgegevens in het geheugen:
1. Blader in het functiemenu naar Memory met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
De eerste informatiepagina wordt weergegeven.
2. Blader door de informatie met de pijltjestoetsen. (Het up [omhoog] pijltje bladert
vooruit en het down [omlaag] pijltje achteruit.)
3. Druk op Suunto of Stop/CL om te stoppen met het lezen van de informatie.
40