6. Koppel de luchtslang aan de inlaatfitting van het
pistool.
7. Controleer of de trekker in de SPUIT-stand (A) staat.
8. Voor de ontluchting van de beker de turbine inscha-
kelen en het pistool op een testoppervlak (papier) richten
en vervolgens zo lang de trekker indrukken tot er een geli-
jkmatig spuitbeeld ontstaat.
OPMERKING:
Kantel het pistool heen en weer om de lucht gemakkeli-
jker te laten ontsnappen.
9. U bent nu klaar om te spuiten.
Hoe spuiten
De turbinemotor genereert vonken. Deze vonken kunnen
brandbare dampen doen ontbranden.
• Bewaar het spuitapparaat in een goed geventileerde
ruimte.
• Houd het spuitapparaat minimaal 6 meter verwijderd
van het spuitgebied. Gebruik extra slang, indien nodig.
Neem voor het spuiten even de tijd om deze tips door te
lezen, zodat uw spuitklus een gegarandeerd succes is.
Het spuitpatroon afstellen
Stel de luchtkap in op de stand voor het gewenste spuit-
patroon.
Materiaalhoeveelheid en spuitbeeld instellen
De materiaalhoeveelheid en spuitbreedte worden door de
instelling met de regelknop bepaald.
Patroongrootte
27
Lucht
Vloeistof
Vertaling van de originele handleiding