;
Ultra-Lok SRL-R's hebben geen overbelastingskoppeling om de kracht te beperken die op de componenten en de verbonden
persoon worden uitgeoefend. Vermijd speling op de kabel in terughaalstand. Tevens moeten de personen tijdens het terughalen
worden gecontroleerd, om er zeker van te zijn dat ze niet blootstaan aan overmatige krachten gedurende het terughalen.
;
Een minimumbelasting van 33,9 kg (75 lbs) is vereist voor het laten zakken of vieren van de reddingslijn. Een
kracht van 0,13 kN (30 lbs) is vereist om het terughaalsysteem te bedienen wanneer het volledig is beladen.
;
Stop met draaien wanneer de lijn helemaal is afgerold of opgerold. Als u doorgaat met draaien, kunnen onderdelen
beschadigd raken.
4.7
UITSCHAKELING TERUGHAALSTAND: Uitschakeling van de terughaalstand:
;
Wanneer de terughaalstand is uitgeschakeld, rollen alle reddingslijnen op in de SRL. Om mogelijke verwondingen te
voorkomen rolt u de reddingslijn op voor het uitschakelen of houdt u hem vast.
1.
Hef alle belasting van de reddingslijn op.
2.
Trek de schuifknop uit en houd deze in de ontgrendelde positie.
3.
Trek de krukarm uit tot de uitgeschakelde positie en laat vervolgens de schuifknop los.
4.
Trek de terughaalhendel uit en draai de hendel 180° in de richting van de SRL in de opslagpositie.
5.0 Inspectie
5.1
INSPECTIEFREQUENTIE: Het Ultra-Lok valstopapparaat moet worden geïnspecteerd met de frequentie gedefinieerd in "Sectie
2.2 - Inspectiefrequentie". De inspectieprocedures zijn beschreven in het "Logboek voor inspectie en onderhoud" (tabel 3).
;
Extreme werkomstandigheden (ruige omgeving, langdurig gebruik, enz.) kunnen een verhoogde frequentie van
inspecties vereisen.
5.2
ONVEILIGE OF GEBREKKIGE OMSTANDIGHEDEN: Als bij inspectie een defect of onveilige werking aan het licht komt,
stelt u het valstopapparaat onmiddellijk buiten gebruik, markeert u dit als "ONBRUIKBAAR" en zendt u het naar een erkend
servicecentrum voor reparatie.
;
Alleen 3M of partners die hiervoor schriftelijk zijn geautoriseerd, mogen deze apparatuur repareren.
5.3
LEVENSDUUR VAN HET PRODUCT: De levensduur van de 3M valstopapparaten wordt bepaald door de
gebruiksomstandigheden en onderhoud. Zolang het product bij inspectie aan de criteria voldoet, kan het in gebruik blijven.
6.0 ONDERHOUD, SERVICE en OPSLAG
6.1
SCHOONMAKEN: De reinigingsprocedures voor het valstopapparaat zijn als volgt:
•
Maak de buitenkant van de SLR regelmatig schoon met water en een milde zeepoplossing. Plaats het valstopapparaat
zodanig dat overtollig water eruit kan weglopen. Labels moeten schoon zijn.
•
Reinig de reddingslijn met water en een milde zeepoplossing. Spoel af en droog grondig aan de lucht. Droog niet geforceerd
met warmte. Overmatig vuil, verf, e.d. kunnen ervoor zorgen dat de valstoplijn niet meer volledig teruggaat in de behuizing
wat een mogelijk valgevaar kan vormen. Vervang de reddingslijn indien er sporen zijn van overmatige opbouw.
6.2
SERVICE: Aanvullende onderhouds- en serviceprocedures moeten worden uitgevoerd door een geautoriseerd servicecentrum.
Probeer de SRL niet uit elkaar te halen of onderdelen zelf te smeren.
6.3
OPSLAG EN TRANSPORT: Bewaar en vervoer het valstopapparaat in een koele, droge, schone omgeving, buiten het bereik
van direct zonlicht. Vermijd plekken waar chemische dampen kunnen voorkomen. Inspecteer de SRL grondig na een langere
periode van opslag.
7.0 Labels
Afbeelding 19 toont labels op de Ultra-Lok valstopapparaten en hun locaties. Alle labels moeten op het valstopapparaat aanwezig zijn.
Labels moeten worden vervangen wanneer ze niet volledig leesbaar zijn. Elk label bevat de volgende informatie:
1) Inspecteer de musketonhaak en de impact-indicator. 2) Inspecteer het blokkeren van het valstopapparaat. 3) Verbind de reddingslijn van het valstopapparaat met
A
de achterste dorsale harnasbevestiging. 4) Uitsluitend verticale toepassingen. Veranker het valstopapparaat nooit onder de achterste dorsale harnasbevestiging.
4A) Voor verankeringsniveau op gelijk niveau met of onder de achterste dorsale harnasbevestiging is een SLR-LE voor overhangwerkzaamheden vereist.
4B) Uitsluitend verticale toepassingen. Veranker het valstopapparaat nooit onder de achterste dorsale harnasbevestiging. 5) Temperatuurbereik -40°C - 60°C
6) Maximumcapaciteit - 141 kg 7) Laat de reddingslijn gecontroleerd terugrollen in het valstopapparaat. Laat de reddingslijn nooit vrij terugrollen.
8) Werk direct onder de verankering van het valstopapparaat om scheef vallen te beperken tot het minimum. 9) Niet repareren. Onderhoud aan dit product mag alleen
worden uitgevoerd door een erkend servicecentrum. 10) Bewaar valstopapparaten in een koele, droge, schone omgeving, uit de buurt van direct zonlicht. 11) De
ombouw van het valstopapparaat niet over een rand belasten. 12) Verwijder etiketten niet. 13) Lees alle instructies. 14) ID aangemelde instantie. 15) Maand van de
volgende inspectie 16) Jaar van de volgende inspectie 17) Jaar en maand van fabricage 18) Partijnummer 19) Modelnummer 20) Lengte reddingslijn 21) Serienummer
Draai de krukarm met de wijzers van de klok mee om de reddingslijn te laten zakken. Draai de krukarm tegen de wijzers van de klok in om de reddingslijn te heffen.
B
1) Trek de terughaalhendel eruit. 2) Vouw de terughaalhendel uit de behuizing van de SRL-R. 3) Trek de schuifknop eruit en houd deze vast. 4) Duw de krukarm in
C
en draai hem lichtelijk met de wijzers van de klok mee. 5) Laat de schuifknop los.
ATEX-gecertificeerd - Zie "5903010 ATEX-gecertificeerde valbeschermingsapparatuur, aanvullend".
D
32