7.6
Controles
7.6.1
Reinigingsfunctie
De
reinigingsfunctie
is
onderhoudstechnicus
om
om
de
verbrandingsparameters
verbrandingsrendement te meten dat vereist is door de geldende
wetgeving.
Deze functie duurt 15 minuten. Handel als volgt om ze te activeren:
– als het paneel (2) nog niet verwijderd is, draai de twee schroeven
(1) los, trek het voorpaneel (2) naar voren en til het omhoog om
het bovenaan los te maken
2
– verwijder de bevestigingsschroeven (3) van het bedieningspaneel
(4)
– verplaats het paneel (4) omhoog (a) en houdt het tot aan het einde
in de geleiders aan de zijkant (5)
– draai het naar voren (b) totdat het horizontaal geplaatst is
4
b
– sluit de gaskraan
– draai de schroef van de "voedingsdruk"-stekker (6) los en sluit er
een manometer op aan
116
nuttig
voor
de
gekwalificeerde
de
toevoerdruk
te
controleren,
te
registreren
en
1
Afb. 42
a
3
Afb. 43
het
6
– open de gaskraan
– voorzie de ketel van stroom door de hoofdschakelaar in te stellen
op "ON" (ingeschakeld)
– druk gedurende ten minste 1 seconde op de toets
modus "ZOMER"
l
– druk tegelijkertijd de toetsen
procedure op te starten, totdat de aanduiding "Hi" vast op het
scherm verschijnt en de symbolen
– druk op de toets
>
om de ketel op de max. brandkracht "Hi" te laten
werken en controleer op de manometer of de drukwaarde van de
gastoevoer correct is. Registreer de gegevens met betrekking tot
de verbranding en meet het verbrandingsrendement.
– druk op de toets
brandkracht "Lo". Op het display wordt de aanduiding "Lo" vast
weergegeven en de symbolen
5
ON
wordt geselecteerd
<
en
>
in gedurende ~ 10 s om de
l
en
n
knipperen
<
om de ketel te laten werken aan de min.
l
en
n
knipperen
NL
Afb. 44
Afb. 45
y
, totdat de