m
WAARSCHUWING
– De hoogte van de ketel dient zodanig gekozen te worden
dat het demonteren en het onderhoud eenvoudig
uitgevoerd kunnen worden.
6.9
Hydraulische aansluitingen
De hydraulische aansluitingen beschikken over de onderstaande
kenmerken en afmetingen.
78 100 70
G
Sc
G
Beschrijving
M - Toevoer installatie
R - Afvoer installatie
U - Uitgang sanitair water
E - Ingang sanitair water
G - Gastoevoer
Sc - Afvoer condenswater
104
152
100
100
R
M
U
E
600
R
M
U
E
Afb. 20
Brava Slim HE F/B
25/55
30/55
Ø 3/4" G
Ø 3/4" G
Ø 1/2" G
Ø 1/2" G
Ø 3/4" G
Ø 20 mm
6.9.1
Hydraulische accessoires (optioneel)
Om de ketels gemakkelijk te kunnen aansluiten op het hydraulische
circuit en de gasleiding, zijn er een aantal accessoires verkrijgbaar.
Zij worden vermeld in de tabel en dienen afzonderlijk besteld te
worden.
BESCHRIJVING
Montagesjabloon
Kit verbindingskranen
Kit bochten en gaskranen
Kit vervangingselementen andere
merken
Doseerderkit polyfosfaten
Bijvulkit doseerder
Kit pomp condenswater
de instructies van de kits worden bij het accessoire geleverd
NOTA:
of bevinden zich op de verpakkingen.
6.10
Verzamelen/afvoer condenswater
Om het condenswater te verzamelen is het raadzaam om:
– het afgevoerde condenswater van het apparaat en van de
rookgasafvoer op te vangen
– een neutraliseringsinrichting te voorzien
– om ervoor te zorgen dat de helling van de afvoer >3% is.
m
WAARSCHUWING
– De afvoerpijp van het condenswater moet hermetisch
afgesloten zijn, de afmetingen moeten aangepast zijn
aan de sifon en er mogen geen vernauwingen zijn.
– De afvoer van het condenswater moet gerealiseerd
worden in overeenstemming met de nationale of de
plaatselijke van kracht zijnde wetgeving.
– Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt,
vul de sifon met water.
6.11
Gastoevoer
Wanneer de ketels Brava Slim HE 25/55 - 30/55 F/B de fabriek
verlaten, zijn zij uitgerust voor het gebruik van G20/G25-gas. Zonder
enige mechanische aanpassing kunnen ze ook werken met G31-gas.
De parameter "03" dient geselecteerd te worden (zie "Weergave en
instelling parameters") en ingesteld te worden afhankelijk van het
type gas dat gebruikt wordt.
Wanneer het gebruikte gastype gewijzigd worden, dient de fase
"INGEBRUIKNAME"
van het apparaat volledig uitgevoerd te worden
De aansluiting van de ketels op de gastoevoerleiding dient uitgevoerd
te worden volgens de van kracht zijnde installatievoorschriften.
Voordat u de aansluiting uitvoert, dient u te controleren of:
– het gastype overeenstemt met het type waarvoor het apparaat is
uitgerust
– de leidingen op passende wijze gereinigd zijn
– de afmetingen van de gastoevoerleidingen gelijk of groter zijn dan
die van de ketelaansluiting (G 3/4") en of het belastingsverlies
kleiner of gelijk is dan het verlies dat voorzien is tussen de
gastoevoer en de ketel.
a
LET OP
Nadat de installatie voltooid is, controleer of de
aangebrachte dichtingen hermetisch afgesloten zijn,
zoals vermeld in de installatievoorschriften.
m
WAARSCHUWING
Op de gaslijn wordt het gebruik van een passend filter
aangeraden.
m
WAARSCHUWING
Als het gastype getransformeerd wordt van G20/G25
naar G31, dan dient het desbetreffende vakje op de
TECHNISCHE PLAAT aangevinkt te worden.
G31 - 37 mbar
NL
CODE
8081217
8091833
8075447
8093900
8101700
8101710
8105302
X