Als richtings- en hoogteroer in de middelste stand van de trimming op de zender niet precies zijn afgesteld, kan vb.
met behulp van de buiging in de stuurdraad het richtings- of hoogteroer (zoals in afbeelding 11, pos. 3) nauwkeurig
worden afgesteld. Indien nodig kan de buiging worden samengedrukt of een beetje groter worden gemaakt. Gebruik
daarvoor een kleine punttang of een pincet en werk volgens uw aanvoelen.
In afbeelding 11, pos. 2 (richtingsroer), resp. afbeelding 11, pos. 4 (hoogteroer) ziet u bij de roerbesturing
de aan de roerhoorn van buitenaf vastgeklikte stuurdraad. Voor geoefende piloten die wat meer uitslag aan
het richtings- of hoogteroer wensen, kunnen de telkens van buitenaf ingeklikte besturingsdraden aan de
binnenste positie worden ingeklikt (zie pijl). Gebruik hiervoor een spitstang en ga voorzichtig te werk om het
model niet te beschadigen.
Afbeelding 11
97