Motorolie verversen
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn ontvlambaar en explosief. Brand of explosies
kunnen brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
Tijdens het gebruik worden de motor en de demper heet. Als u een hete motor
aanraakt, kan dit thermische brandwonden veroorzaken.
•
Als u de olie aftapt uit de olievulbuis aan de bovenkant, dan moet de
brandstoftank leeg zijn. Als deze niet leeg is, kan er brandstoflekkage optreden
die brand of een explosie kan veroorzaken.
•
Voordat u de motor of demper aanraakt, stop de motor en wacht twee (2)
minuten. Zorg ervoor dat de motor en de demper veilig zijn om aan te raken.
Gebruikte olie is een gevaarlijk afvalproduct en moet op correcte wijze worden
afgevoerd. Voer het niet met het huishoudelijk afval af. Neem contact op met de
plaatselijke autoriteiten, het servicecentrum of uw dealer voor veilige afvoer- of
recyclingbedrijven.
Olie verwijderen
1.
Maak bij een uitgeschakelde, maar warme motor de bougiekabel(s) (D, afbeelding
5) los en houd deze uit de buurt van de bougie(s) (E).
2.
Verwijder de peilstok (A, afbeelding 6).
3.
Verwijder de olieaftapplug (F, afbeelding 7). Laat de olie in een goedgekeurde bak
stromen.
4.
Plaats de olieaftapplug en zet deze vast (F, afbeelding 7).
Vervangen van het oliefilter
Tap de olie af. Raadpleeg het hoofdstuk Olie verwijderen.
1.
2.
Verwijder het oliefilter (H, afbeelding 8) en voer het op correcte wijze af.
3.
Smeer de oliefilterpakking lichtjes met schone olie in voordat u het nieuwe oliefilter
plaatst.
4.
Installeer het oliefilter met de hand totdat de pakking contact maakt met de
oliefilteradapter en draai het oliefilter dan een 1/2 of 3/4 slag vast.
5.
Vul olie bij. Raadpleeg het hoofdstuk Olie bijvullen.
6.
Starten en bedienen van de motor. Controleer op olielekkages wanneer de motor
warm is.
7.
Stop de motor. Zorg ervoor dat het oliepeil bovenaan bij de indicator voor vol staat
op de peilstok. Raadpleeg het hoofdstuk Olie bijvullen.
Olie bijvullen
•
Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
•
Verwijder al het vuil rondom het olievulgebied.
•
Raadpleeg hoofdstuk Specificaties voor de oliecapaciteit.
1.
Verwijder de peilstok (A, afbeelding 6). Gebruik een schone doek om olie van de
peilstok te verwijderen.
Giet de olie langzaam in de vulopening voor motorolie (C, afbeelding 6). Voeg niet
2.
te veel olie toe. Wacht 1 minuut en controleer het oliepeil opnieuw.
3.
Plaats de peilstok en zet die vast (A, afbeelding 6).
4.
Verwijder de peilstok en lees het oliepeil af. Het correcte oliepeil is bovenaan bij de
indicator voor vol (B, afbeelding 6) op de peilstok.
5.
Plaats de peilstok en zet die vast (A, afbeelding 6).
6.
Sluit de bougiekabel(s) (D, afbeelding 5) aan op de bougie(s) (E).
Onderhoud aan het luchtfilter
WAARSCHUWING
Brandstof dampen zijn ontbrandbaar en explosief. Brand of explosies kunnen
brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
•
De motor niet starten en gebruiken als de luchtreiniger (indien aanwezig) of het
luchtfilter (indien aanwezig) is verwijderd.
OPGEPAST
Reinig het filter niet met perslucht of oplosmiddelen. Perslucht kan beschadiging aan het
filter tot gevolg hebben en oplosmiddelen lossen het filter op.
Zie het Onderhoudsschema voor het benodigde onderhoud.
Verschillende modellen gebruiken een schuim of een papieren filter. Sommige modellen
kunnen ook uitgerust zijn met een optioneel voorfilter dat kan worden uitgewassen en
opnieuw gebruikt. Vergelijk de illustraties in deze handleiding met het type dat op uw
motor is gemonteerd en voer onderhoud op basis daarvan uit.
Laag profiel luchtfilter
1.
Maak de bevestiging(en) (A, afbeelding 9) los.
62
2.
Verwijder het deksel (B, afbeelding 9).
3.
Verwijder de bevestiging(en) (C, afbeelding 9) en houder (D).
4.
Verwijder het luchtfilter (E, afbeelding 9).
5.
Verwijder het voorfilter (F, afbeelding 9), indien geïnstalleerd, uit het luchtfilter (E).
6.
Om ongewenst materiaal los te maken tikt u het luchtfilter (E, afbeelding 9)
voorzichtig op een hard oppervlak. Als het luchtfilter vuil is, vervangt u het door een
nieuw luchtfilter.
7.
Reinig het voorfilter (F, afbeelding 9), indien geïnstalleerd, in water met een
vloeibaar reinigingsmiddel. Zorg ervoor dat het voorfilter volledig droog is. Smeer
het voorfilter niet.
8.
Monteer het droge voorfilter (F, afbeelding 9), indien geïnstalleerd, op het luchtfilter
(E).
9.
Monteer het luchtfilter (E, afbeelding 9) en zet het vast met houder (D) en
bevestiging(en) (C).
10. Monteer de deksel (B, afbeelding 9) en zet deze vast met de bevestiging(en) (A).
Controleer of de bevestiging(en) goed vastzit(ten).
Onderhoud aan het koelsysteem
WAARSCHUWING
Tijdens het gebruik worden de motor en de demper heet. Als u een hete motor
aanraakt, kan dit thermische brandwonden veroorzaken.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras en snoeihout kunnen vlam vatten.
•
Voordat u de motor of demper aanraakt, stop de motor en wacht twee (2)
minuten. Zorg ervoor dat de motor en de demper veilig zijn om aan te raken.
•
Verwijder vuil van de demper en de motor.
OPGEPAST
Gebruik geen water om de motor te reinigen. Water kan verontreiniging van het
brandstofsysteem veroorzaken. Gebruik een borstel en droge doek om de motor te
reinigen.
Dit is een luchtgekoelde motor. Vuil kan de luchtstroom belemmeren en ervoor zorgen
dat de motor te heet wordt, wat resulteert in onbevredigende prestaties en een kortere
levensduur van de motor.
1.
Verwijder vuil uit het luchtinlaatrooster met behulp van een borstel of droge doek.
2.
Houd verbindingen, veren en bedieningen schoon.
3.
Zorg dat het gebied rond en achter de demper, indien aanwezig, vrij blijft van
brandbaar vuil.
4.
Zorg ervoor dat de oliekoelerribben, indien aanwezig, schoon zijn.
Na verloop van tijd kan zich vuil ophopen in de koelribben van de cilinder en
veroorzaken dat de motor oververhit raakt. Dit ongewenste materiaal kan niet verwijderd
worden zonder de motor deels te demonteren. Laat een erkende servicedealer van
Briggs & Stratton het luchtkoelingssysteem inspecteren en reinigen zoals aanbevolen in
het Onderhoudsschema.
Opslag
WAARSCHUWING
Propaan- en natuurlijk gas zijn uiterst brandbaar en explosief. Brand of explosies
kunnen brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
Brandstofopslag
•
Omdat waakvlammen of andere ontstekingsbronnen explosies kunnen
veroorzaken, moet u brandstof of de machine uit de buurt houden van ovens,
kachels, boilers of andere apparaten met waakvlammen.
Motorolie
Ververs de motorolie als de motor warm is. Raadpleeg het gedeelte Motorolie
verversen.
OPGEPAST Hou de motor waterpas op de normale bedrijfsstand. Als de motor een
andere kant op wordt gekanteld, kan starten lastig worden omdat het luchtfilter en/of de
bougie dan vervuild kan zijn door olie.
Problemen oplossen
Assistance
Als u hulp nodig hebt, neem dan contact op met uw dealer of ga naar
BRIGGSandSTRATTON.COM of bel 1-800-444-7774 (in de USA).
vanguardpower.com