5.10.1 Elektrische schema, uitgevoerd in de fabriek
D4628
Hoofdschakelaar
Legende
C
Condensator
CN1
Sondeconnector
E
Elektrode
h..
Urenteller
MV
Motor
PA
Min. luchtdrukschakelaar
PG
Min. gasdrukschakelaar
RS
Reset op afstand
SM
Servomotor
SO
Ionisatiesonde
S3
Controlelamp vergrendeling (230V - 0,5 A max)
T6A
Zekering
TB
Aarding brander
TL
Thermostaat warmteverzoek
TS
Veiligheidsthermostaat
V10
Veiligheidsventiel
V11
Regelventiel
X..
Stekker
XP..
Stopcontact
230V ~ 50Hz
Installatie
Blauw
Wissel de neutraalgeleider en de fase op de
Controleer of de stroomtoevoer van de bran-
OPGELET
De diameter van de geleiders moet min.
Controleer dat de werking van de brander stopt
wanneer de connector (CN1) (Afb. 16), die in de
rode draad van de sonde is geplaatst, wordt ge-
opend die buiten de controledoos is geplaatst.
OPGELET
Als de branderkap nog aanwezig is, verwijder
deze en ga verder met de elektrische bedrading,
volgens de elektriciteitsschema's.
VOORZICHTIG
Gebruik flexibele kabels conform EN 60 335-1.
21
NL
Zwart
Bruin
UITGEVOERD
IN DE FABRIEK
TEN LASTE VAN DE
INSTALLATEUR
stroomtoevoer niet om.
der overeenkomt met de stroom die op het
identificatieplaatje en in deze handleiding
aangeduid wordt.
2
1 mm
bedragen. (Mits anders voorgeschre-
ven door plaatselijke normen en wetten).
Afb. 16
20142803