5.11.1 Elektrische schema, uitgevoerd in de fabriek
Legenda
C
Condensator
CN1
Sondeconnector
E
Elektrode
h..
Urenteller
MV
Motor
PA
Min. luchtdrukschakelaar
PG
Min. gasdrukschakelaar
RS
Reset op afstand
SO
Ionisatiesonde
S3
Controlelamp vergrendeling (230V - 0,5 A max)
T6A
Zekering
TB
Aarding brander
TL
Limietthermostaat
TS
Veiligheidsthermostaat
V10
Veiligheidsventiel
V11
Ventiel 1° vlamgang
X..
Stekker
XP..
Stopcontact
Schakelaar
algemene
230V ~ 50 Hz
Installatie
Wissel de neutraalgeleider en de fase op de
Controleer of de stroomtoevoer van de bran-
LET OP
De diameter van de geleiders moet min.
Controleer dat de werking van de brander stopt
wanneer de connector (CN1)(Afb. 19) , die in de
rode draad van de sonde is geplaatst, wordt ge-
opend die buiten de controledoos is geplaatst.
LET OP
Als de branderkap nog aanwezig is, verwijder
deze en ga verder met de elektrische bedrading,
volgens de elektriciteitsschema's.
VOORZICHTIG
Gebruik flexibele kabels conform EN 60 335-1.
23
NL
UITGEVOERD
IN DE FABRIEK
TEN LASTE
VAN DE
INSTALLATEUR
D4626
stroomtoevoer niet om.
der overeenkomt met de stroom die op het
identificatieplaatje en in deze handleiding
aangeduid wordt.
2
1 mm
bedragen. (Mits anders voorgeschre-
ven door plaatselijke normen en wetten).
Afb. 19
20140263