Eenfasig bedrijf
9
Voorwaarde: het apparaat is ingericht voor een eenfa-
sig bedrijf.
Î "5.7 Apparaat op eenfase bedrijf instellen"
f Klemmen L1, N en PE gebruiken.
Bij eenfasig bedrijf moet van de beide klemmen
L1, de rechter worden gebruikt.
Î „Afb. 14: Aansluiting voedingsspanning (voor-
beeld: eenfasig bedrijf)"
f Controleren, of de afzonderlijke aders correct zijn aan-
gesloten en de schroeven vast zijn aangedraaid.
Driefasig bedrijf
f Klemmen L1, L2, L3, N en PE gebruiken en in het
rechtsdraaiende veld aansluiten.
Bij driefasig bedrijf kunnen de linker of de rech-
ter klemmen worden gebruikt.
f Controleren, of de afzonderlijke aders correct zijn aan-
gesloten en de schroeven vast zijn aangedraaid.
5.4.2 Apparaat aarden
MENNEKES adviseert, de als toebehoren ver-
krijgbare set funderingsaarde te gebruiken.
Afb. 15: Apparaat aarden
f Funderingsaarde conform DIN 18014 op het aardings-
punt van het apparaat (1) aansluiten.
f Aardleiding (2) aansluiten op het aardingspunt van de
frontplaat (3).
16
5.5 Overspanningsbeveiliging
Het apparaat is optioneel met een overspanningsbevei-
liging of met een bliksem- en overspanningsbeveiliging
uitgevoerd.
Î „4 Technische gegevens"
Het apparaat mag alleen met inachtneming van alle inter-
nationale en nationale voorschriften over de beveiliging
van elektrische apparaten tegen overspanningen worden
gebruikt. De volgende internationale voorschriften en hun
respectievelijke nationale implementatie moeten onder
andere in acht worden genomen:
IEC 62305-1 tot -4
In Duitsland: DIN VDE 0100-443
In Duitsland: DIN VDE 0100-534
Bliksem- en overspanningsbeveiliging
T
LET OP
Beschadiging als gevolg van onjuiste installatie
Als het apparaat is voorzien van een bliksem- en over-
spanningsbeveiliging, moet de bliksem- en overspan-
ningsbeveiliging met minimaal 16 mm² op de potentiaal-
vereffeningsrail worden aangesloten. Anders kan een
bliksemstroom niet worden afgevoerd en zal het apparaat
beschadigd raken.
f De bliksem- en overspanningsbeveiliging met minimaal
16 mm² aan op de potentiaalvereffeningsrail aansluiten.
≥ 16 mm²
I
: 80 kA
Total (8/20)
I
: 50 kA
Total (10/350)
I
< 5µA
PE
F2
F1
L1
L2
L3
N
PE
Afb. 16: Bliksem- en overspanningsbeveiliging
L1'
L2'
L3'
N'
PE'