De Dynamo Testen; Gebruik Als Constante Stroombron; Foutcodetabel; Onderhoud En Verzorging - APA 16623 Manuel De L'opérateur

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

6.4.2 DE DYNAMO TESTEN

Het display (positie 1 in het overzicht) geeft nu de actuele spanning van de accu van het voertuig aan. Druk op de
knop ‚Test' (positie 5.3 in het overzicht) en start de motor van het voertuig. Als het controlelampje ‚OK' (positie 5.2
in het overzicht) brandt, werkt de dynamo van het voertuig correct. Als het controlelampje ‚Fout' (positie 5.1 in het
overzicht) brandt, ligt de laadspanning van de dynamo buiten het tolerantiegebied. Laat in dat geval de dynamo
van het voertuig bij een garage controleren.
LET OP: Laat bij een foutmelding uw voertuig in de garage controleren omdat het apparaat niet alle
nominale laadspanningen kan controleren.

6.5 GEBRUIK ALS CONSTANTE STROOMBRON

Steek de stekker van de acculader in het stopcontact. Stel op het bedieningsveld functiekeuze (positie 4 in het
overzicht) met de keuzeschakelaar voor de bedrijfsmodus (positie 4.3 in het overzicht) de functie ‚13,6 V constant'
in. Nu staat op de pooltangen een spanning van 13,6 V (leegloop) waarmee u kleine apparaten die geschikt zijn
voor deze spanning kunt laten werken.

6.6 FOUTCODETABEL

De foutmeldingen worden weergegeven in het display nadat u op de knop Start/Stop hebt gedrukt.
Laadapparaat op het 230 V-net aangesloten, geen verbinding met de accu
Laadapparaat op het 230 V-net aangesloten, verbinding met accu correct, accuspanning lager dan
0,5 V
Laadapparaat op het 230 V-net aangesloten, verbinding met accu correct
12 V-modus:
6 V-modus:
Bedrijfsmodus starthulp:
De spanning van de aangesloten accu is hoger dan 15,5 V
12 V-accu als defect herkend:
Na een laadtijd van 4 min. bereikt de accuspanning niet 11 V ± 0,2 V.
De accuspanning daalt aan het eind van de reparatiecyclus binnen 2 min. tot onder 12 V.
6 V-accu als defect herkend:
Na een laadtijd van 4 min. bereikt de accuspanning niet 5,5 V ± 0,2 V.
De accuspanning daalt aan het eind van de reparatiecyclus binnen 2 min. tot onder 6 V.

7. ONDERHOUD EN VERZORGING

7.1 ONDERHOUD

Bij reglementair gebruik is de acculader onderhoudsvrij.

7.2 VERZORGING

Reinig de pooltangen elke keer na het opladen. Verwijder accuzuurspatten van de pooltangen om corrosie te voor-
komen. Reinig het apparaat voorzichtig met een droge doek. Gebruik geen vloeistoffen of chemische reinigings-
30
accuspanning hoger dan 15,5 V
accuspanning hoger dan 7,8 V

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières